Diversen.

  • I.    Uit: 25. “Schets van het leven van Niels Frenk” Verkeersrecht, Themanummer 2013 Brieven aan Niels Frenk, blz. 4 e.v.
  • II.  Uit: 11. Het verhaal van de rechtspraak, Beschouwing 3.
  • III. Nederland Ontleed.
  • IV. De Coronajaren.
  • V.   Mijn Wereld 

 

I. Uit nr 25. “Schets van het leven van Niels Frenk” Verkeersrecht, Themanummer 2013 Brieven aan Niels Frenk, blz. 4 e.v.

Schets van het leven van Niels Frenk.

Deze schets bevat De loopbaan van Niels en Het ongeval met al zijn gevolgen. Deze twee onderwerpen komen samen in het derde gedeelte: Het ware verhaal. De eerste twee gedeelten zijn verslagen van gebeurtenissen, het derde van een belevingswereld.

Niels werd geboren 17 maart 1962 te Edam. Zijn schooltijd bracht hij gelukkig door in Midwoud. In 1983 deed hij in Hoorn eindexamen Atheneum-B. Aansluitend ging hij Nederlands recht studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1987 is hij afgestudeerd. Hij trad toen in dienst bij de Universiteit van Utrecht, het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht, als onderzoeker in opleiding. De daarop volgende jaren heeft Niels onder leiding van Professor mr E.H. Hondius, zijn promotor, besteed aan onderzoek gericht op het onderwerp van zijn dissertatie. Zijn promotie op het onderwerp “Kollektieve akties in het privaatrecht” vond plaats op 19 oktober 1994 te Utrecht. Hierbij heeft hij de grondslag gelegd voor een belangrijke procesrechtelijke vernieuwing

Niels is in 1993 als wetgevingsjurist in dienst getreden bij het Ministerie van Justitie, Stafafdeling Wetgeving Nieuw BW, en was sedertdien werkzaam bij de Directie Wetgeving, Sector Privaatrecht. Hij is raadsadviseur. In 2005 is hij ook benoemd tot bijzonder hoogleraar aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht aan de VU voor één dag in de week. Zijn oratie “Naar echte eigen schuld?” sprak hij uit op 10 februari 2006.
Hij was lid van een aantal commissies en redacties. Zijn lijst van publicaties is aanzienlijk.
Ik beperk mij ertoe de volgende functies te vermelden:

  • hoofdredacteur Verkeersrecht;
  • lid van de Onderwijsvisitatiecommissie Rechtsgeleerdheid 2010- 2011;
  • lid van de Tuchtraad Financiële Diensverlening; en
  • redactiesecretaris Kwartaalbericht NBW en medewerker NTBR.

Het ongeval.

Op 30 september 1979 vond in Avenhorn een ernstig ongeval plaats waarbij de auto van de Familie Frenk werd aangereden door een andere personenauto die geen voorrang verleende. Niels liep hierbij onder meer een dwarslaesie op. Hij was toen zeventien jaar. Ook de andere inzittenden liepen in meerdere en mindere mate ernstige verwondingen op: vader Henk, moeder Thea en zuster Eline. Broer Hajo bleef ongedeerd.Voor Niels was er een lange periode van revalidatie. Hij verbleef onder meer twee jaar in Heliomare. Vele menselijke functies moesten zich herstellen of worden vervangen. De ouders van Niels, zijn broer en zijn zus hebben hierbij een grote rol gespeeld. In de woning in Midwoud werd een aangebouwd en aangepast woongedeelte gecreëerd. Voor alle daagse handelingen werden oplossingen verzonnen en geoefend. Thea Frenk was zeer creatief op dit punt. Het toen nog niet zo lang verkrijgbare klittenband speelde vaak een hoofdrol. Een aantal van Thea’s vondsten vond later bredere toepassing.
Het leven van Niels zou zich verder in een rolstoel afspelen. Later heeft een aangepaste auto, waar Niels zichzelf in en uit kon werken en zijn rolstoel mee aan boord nemen, zijn zelfstandigheid bevorderd. Niels heeft de draad weer opgevat en heeft zijn middelbare school afgemaakt. De eerder bij hem levende gedachte om een opleiding in Boskoop te gaan volgen was achterhaald. Hij is rechten gaan studeren. Over deze keuze heeft hij bij gelegenheid van zijn oratie gezegd dat de gesprekken die wij indertijd als dorpsgenoten met elkaar hebben gevoerd en mijn verhalen uit de rechterlijke wereld hem tot deze keuze hebben geïnspireerd. Hij heeft deze studie zeer serieus aangepakt. Zoals hij zelf eens heeft uitgelegd kon hij hier ook meer tijd aan besteden dan andere studenten, omdat er voor hem niet zoveel keus was in tijdsbesteding. De studie ging hem goed af. Na een zeer goede afronding brak de Utrechtse tijd aan. Hij woonde voor het eerst zelfstandig. Hij ging uit, had vele warme contacten en genoot van Utrecht. Hij werd gevormd tot een goed jurist.

Wetgeving.

Daarna werd als wetgevingsjurist Den Haag zijn vaste werkplek. Eerst bereisde hij die stad vanuit Utrecht. Later betrok hij een appartement in Den Haag in de Hoge Nieuwstraat. Niels was op zoek naar een vaste plek, waar hij in familieverband zou kunnen leven. Dat werd in 1984 de boederij in Friesland uniek gelegen aan de Langweerder Wielen. Zijn ouders zijn daar naar toe verhuisd. Het werd Niels vaste thuishaven. Na vele jaren werd de boederij verkocht en een huis ernaast door en voor Niels ontworpen en gebouwd.
Niels is met zijn jeugdvriend Joris, met Hajo en zijn gezin, met Eline en haar gezin en nog met diverse anderen, jaarlijks op vakantie gegaan.

Lichamelijke problemen.

In al die jaren is Niels verscheidene keren opgenomen geweest. Zijn gebroken lichaam zorgde voor talrijke problemen. Een degeneratie van zijn nekwervels leidde onder meer tot toenemende uitval van zijn handfuncties. In 2012 is operatief hiervoor een voorziening getroffen. Een hardnekkige infectie heeft deze ingreep echter achterhaald. Enige uitweg was toen nog een langdurige fixatie van het hoofd om een natuurlijk groeiproces van de wervels mogelijk te maken. Een lange zware tijd. Niels is op zijn werk terug kunnen keren, een dierbare wens.

Het ware verhaal.

Niels is een man van talrijke warme sociale contacten. Met zijn zachte stem, grote interesse, intelligentie en gevoel voor humor met af en toe een licht cynisch ondertoon, wekt hij sympathie en vriendschap. Niels heeft met velen een warme band, voor hem het meest waardevolle in dit leven. Ter gelegenheid van zijn oratie heeft hij persoonlijk een aantal vrienden genoemd en bedankt, waar onder Wouter en Nicole Snijders die Niels juridisch en feitelijk tot grote steun zijn geweest. Wetgeving is ongetwijfeld waar Niels grotendeels voor en mee leefde. Het vult de netto tijd die hij dagelijks beschikbaar heeft. Hij was feitelijk en in gedachten volop met zijn werk bezig. De afdeling wetgeving is zijn domein. Hij hield van zijn collega’s en zij van hem. Het is een collegiale werkgemeenschap, die hem op alle manieren heeft gesteund, en waarvoor hij op zijn beurt veel heeft betekent professioneel en op menselijk vlak. Hij ervaart zijn verbondenheid met het departement, de top, de leidinggevenden, collega’s en medewerkers als een groot voorrecht. Ook met Verkeersrecht, redactie en ANWB, had Niels door de jaren heen een zeer aparte en hechte band die veel verder gaat dan een professionele samenwerking. Ook dat nam een grote plaats bij hem in.

De familie Frenk.

De familie Frenk vormt een hecht gezin, dat dicht om Niels heen stond. Vader Henk was werkzaam in het onderwijs als leraar aan een MAVO. Hij heeft zich jarenlang ingezet voor Niels en zijn revalidatie. Zij hadden samen een goede en warme band. Wellicht als posttraumatisch verschijnsel is zijn geestelijke gezondheid allengs achteruit gegaan. Hij is in 1994 overleden. Hajo en Eline zijn beide in de medische wereld gaan werken. Hajo, Niels en Eline waren zeer verbonden met elkaar, zoals dat bij broers en zussen voor kan voorkomen. Het is passend hier in Niels eigen woorden, uitgesproken aan het slot van zijn oratie, weer te geven wat zijn moeder en kameraad Thea voor hem betekend heeft: “Het is, lieve mama, vooral jouw tomeloze, liefdevolle, onvoorwaardelijke en positieve energie, die er debet aan is dat ik hier sta. Hoe ik dat waardeer, en hoe je mij daarbij geholpen hebt, is niet in woorden uit te drukken. Het is daarbij veelzeggend dat onze relatie meer een vriendschappelijke dan een ouder-kindrelatie is.”

Niels.

Niels is graag met zijn vak bezig en zijn eigen gedachtenwereld. Hij voelt zich dan niet gehandicapt, maar geheel vertrouwd op eigen terrein. Hij geniet van gesprekken met vrienden, bekenden, collega’s. Zijn grote verstand en snelle geest komen dan ongehinderd tot hun recht. De warmte en belangstelling die hij zelf naar zoveel mensen uitstraalt komen bij hem terug; de innige band met zijn naaste familie is een bron van vertrouwen. Voor zelfbeklag is in zijn leven geen plaats. Wel vervreemde hij de laatste jaren steeds meer van zijn eigen lichaam. Maar ondanks dat is Niels in zijn eigen wereld een gelukkig mens geweest.

In de maand juni 2013 is vastgesteld dat Niels aan kanker leed. Er waren verscheidenen uitzaaiingen geconstateerd. Opereren bleek geen optie. Hem werd met kennelijke reserve een chemotherapie aangeboden. Na de eerste kuur heeft Niels in de eenzaamheid van een nacht besloten hier niet mee door te gaan en het ziekteproces zijn beloop te laten.

8 augustus 2013

 

II. Uit: 11. Het verhaal van de rechtspraak, Beschouwing 3.

In het brein van de rechter.

Wat er zoal in het hoofd van een rechter omgaat als hij een zaak behandelt en beslist, is een black box. Geen zwart gat dat alles opslokt, maar een zwarte doos waar je niet in kunt kijken en waar onverwachte verrassingen uit kunnen komen. Een doos van Pandora. Sommigen proberen er naar te gissen en interpreteren het gedrag ter zitting van de rechter op soms onnavolgbare wijze. Hier een handreiking voor wie het denkproces van een rechter enigszins zou willen volgen.

a. Juridische argumentatie.

Een juridische redengeving voor een beslissing kan in beginsel in twee vormen worden gegeven: door een syllogisme of een belangeninventarisatie en -vergelijking.

Het syllogisme is een methode uit de logica waarbij de minor, het concrete geval, op de major, de regel, wordt betrokken. Dit houdt in dat zowel de inhoud van de major als die van de minor moeten worden vastgesteld. De major vaststellen is het interpreteren van een ingeroepen regel; het vaststellen van de minor een gericht onderzoek en interpretatie van een feitelijke situatie.

Het syllogisme is onwrikbaar; wanneer de major en minor zijn vastgelegd is er maar één conclusie mogelijk. Óf de minor, het geval, valt onder de regel, de major. In dat geval moet de regel worden toegepast. Óf de minor valt er niet onder, maar dan is de regel op dit geval ook niet toepasselijk. Maar een situatie die zich in een procedure voordoet, is niet altijd eenduidig. Het spreekt niet vanzelf welke regel moet worden toegepast. En de minor moet soms worden losgemaakt uit het van twee kanten verschillend gepresenteerde feitencomplex. Het is alsof de rechter op zoek is naar het syllogisme dat het beste past bij de te beslissen situatie. En dat is ook wat er in werkelijkheid gebeurt. Kiest de rechter voor toepassing van een bepaald syllogisme dan ligt de inhoud van de motivering en de beslissing in beginsel vast.

De rechterlijke werkzaamheid lijkt op die van een brandkastenkraker: met een hele grote bos sleutels van allerhande vorm probeert de rechter een brandkast te openen. En met iedere sleutel die niet past krijgt hij meer informatie over de sleutel die uiteindelijk wel de kast moet open krijgen. Voor deze rechter zijn de in aanmerking komende syllogismen de sleutels; het proces van rechtsvinding is het uitproberen van sleutels in het slot tot men is uitgekomen bij de sleutel die het meest in aanmerking komt om het slot te openen. Met de keuze van deze sleutel ligt in beginsel de inhoud van de overwegingen, de conclusie en de rechterlijke beslissing vast. Bij een rechterlijke beslissing hoort een bepaalde motivering, maar het is niet zo dat de rechter eerst beslist en dan de bijpassende motivering op de koop toe neemt: de rechter is op zoek naar welke combinatie van motivering en beslissing het meest bij het te beslissen geval past. Voor een rechtstheoretische uitwerking hiervan verwijs ik naar Josef Esser, Vorverständnis und Methodenwahl in der Rechtsfindung, 1970, Athenäum Verlag, ISBN 3-8072-6001-3, Kapitel III Rechtsanwendung und Subsumtionsprozess.

In de analyse van de zaak en in het hoofd van de rechter speelt dit altijd. Een sleutelbos, waar heel veel verschillende sleutels aan hangen, kan het resultaat van de zoekpartij uiteraard gunstig beïnvloeden. Hoe meer sleutels gepast kunnen worden, des te genuanceerder de uiteindelijke keuze zal zijn en hoe dichter men kan komen bij de meest passende oplossing.

Wat hier beschreven staat geldt voor de Nederlandse, Duitse en Franse rechtssfeer. Ook in de Angelsakschise rechtswereld komt er een sleutelbos aan te pas, zij het dat het dan om sleutels van geheel andere makelij gaat. Het gaat dan niet zozeer om syllogismen, maar meer om precedenten. Met het oog op de beperkte strekking van deze verhandeling, welke zich tot de Nederlandse rechtssfeer wil beperken, blijft het voor dit onderwerp hierbij.

Recht of geen Recht?

In de tweede overpeinzing Het Rechtersrecht in het onderdeel Het Rolreglement wordt het arrest van de Hoge Raad NJ 1997, 495 besproken. Hierin beslist de Hoge Raad dat artikel 9a uit het toenmalige Haagse rolreglement als “recht” in de zin van de wet (art. 79 RO) moet worden beschouwd. De belangrijkste overweging luidt:

“Het onderdeel gaat ervan uit dat de in dat vonnis genoemde rolrichtlijnen zijn aan te merken als “recht” in de zin van art. 99 RO.[thans art.79 .RG] Dit uitgangspunt is juist. De in mei 1987 door de Rechtbank te ’s-Gravenhage vastgestelde rolrichtlijnen (-) hebben het karakter van door die Rechtbank vastgestelde regels omtrent de uitoefening van haar rolbeleid, welke regels weliswaar niet kunnen gelden als algemeen verbindende voorschriften omdat zij niet krachtens enige wetgevende bevoegdheid zijn gegeven, maar de rechter wel op grond van algemene beginselen van behoorlijke rechtspleging binden, en zich naar hun inhoud en strekking ertoe lenen jegens de daarbij betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast.(-) Ook aan het vereiste dat de regels behoorlijk zijn bekend gemaakt, is (-) voldaan.”

De eerste zin geeft het aan de orde zijnde syllogisme weer. De tweede het antwoord hierop. De minor zijn ”de in mei 1987 door de Rechtbank te ’s-Gravenhage vastgestelde rolrichtlijnen”. Als major worden omschreven de regels welke “de rechter wel op grond van algemene beginselen van behoorlijke rechtpleging binden, en zich naar hun inhoud en strekking ertoe lenen jegens daarbij betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast”. Het probleem voor de Hoge Raad was kennelijk dat de rolrichtlijnen niet “krachtens enige wetgevende bevoegdheid zijn gegeven”. Maar de major, en dat is nieuw, is door ons hoogste rechtscollege uitgebreid met regels die de rechter op grond van algemene beginselen van behoorlijke rechtspleging binden in geval deze zich naar hun inhoud en strekking ertoe lenen jegens daarbij betrokkenen als rechtsregel te worden toegepast. De beginselen van behoorlijke rechtspleging zijn ook een mogelijke toetssteen geworden voor het begrip “recht”. Voor het rechtersrecht is dit kennelijk de entree om als “recht” in de zin van de wet RO te worden erkend en door de Hoge Raad te worden getoetst.

Omstreden feiten.

Bij toepassing van een syllogisme dient een minor te worden vastgesteld. Deze omvat altijd een feitencomplex. Bij onenigheid hierover verloopt de discussie als volgt:

  • Welke partij beroept zich op het omstreden feit ter ondersteuning van een aanspraak? Dit is de partij die in beginsel het risico van de bewijsvoering heeft te dragen.
  • Bestaat er een uitzonderingssituatie die grond geeft tot omkering van de bewijslast? Dit kan zich voordoen in geval het om bewijs van een negatief feit gaat, dat praktisch niet bewijsbaar is en het de wederpartij wel mogelijk is het bewijs van de positieve keerzijde ervan te leveren. Dit kan grond opleveren om de bewijslast om te keren. Tot het bewijs van het onmogelijke is niemand gehouden.
  • Een soortgelijke omkering van de bewijslast kan ook plaats vinden als vast komt te staan dat de wederpartij over essentiële stukken beschikt.
  • Dan komt de vraag: is er al zoveel bewijsmateriaal aangedragen, dat daarop in beginsel de bewijsvoering kan worden gegrond? Zo niet dan gaat een bewijsopdracht naar de steller van het relevante feit; zo ja, dan kan in beginsel omkering van de bewijslast plaats vinden en de andere partij worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs.

Belangenafweging.

De andere motiveringstechniek is de belangeninventarisatie, zoals deze bij voorbeeld plaats vindt bij een beroep op de redelijkheid en billijkheid. Hierbij worden alle belangen die enerzijds en anderzijds worden ingeroepen geïnventariseerd. Hieraan wordt dan de conclusie verbonden, of het beroep op de belangenafweging al dan niet terecht is gedaan en in welke mate.

Wat hierbij opvalt is dat niet door de rechter behoeft te worden gemotiveerd welke gewicht aan elk aangevoerd belang afzonderlijk wordt gehecht. Maar om zich te wapenen tegen de vernietigingsgrond dat dit of dat aangevoerde belang niet is meegewogen, zal de inventarisatie zeer nauwkeurig de over en weer genoemde belangen moeten opsommen. Het noemen van een niet aangevoerd belang dient te worden vermeden om te voorkomen dat het verwijt kan worden gemaakt dat de rechter buiten de rechtsstrijd is getreden; het niet opnemen van een wèl aangevoerd belang kan grond geven voor de klacht, dat er iets wezenlijks over het hoofd is gezien.

Wat er niet in het hoofd van de rechter omgaat.

De rechter heeft geleerd strict logisch te denken. De rechter moet zeer goed kunnen analyseren. Zij of hij moet ook heel goed begrijpen wat de zin is van alle regels en bij het vaststellen van een syllogisme daar vooral op letten.

 

 

 

Uit 61: “Nederland ontleed”.

Ontleding. 

De Ontleding van Nederland is verdeeld in vijf hoofdstukken. Het eerste genaamd Nederland en het laatste De Coronajaren 2020-2021 zijn verhalend van aard, de middelste drie bevatten de ontleding: de Politieke wereld, de Onderwereld en de Financiële wereld. Om de lezer en de schrijver te ontspannen worden de hoofdstukken afgewisseld met in cursief en op kleur gezette gedachten over mijn vroegere beroep. Er wordt in dit boek ingegaan op het reilen en zeilen van Nederland in de Bovenwereld:  de Toeslagenaffaire, de Verkiezingen van 2021 en politieke spanningen in het Binnenhof, en  op een andere werkelijkheid in de Onderwereld: Nederland is het land met de grootste witte was,  de omvangrijkste productie van chemische roesmiddelen en een schokkende moord. Deze twee werelden zijn vervlochten geraakt.

Het gaat om het functioneren van Nederland, niet om personen. Daarom worden geen namen genoemd, maar de betrokkenen met hun functie of titel aangeduid. Dit geldt niet voor ministerpresidenten die wel bij name worden genoemd. Van premier Rutte wordt zelfs een bovenste stuk van zijn arm getoond. De politieke woorden “Rechts” en “Links” worden als betekenisloos vermeden. De ontleding is zo objectief mogelijk samengesteld, maar geheel neutraal is het niet geworden. Op enige punten komen emoties aan de oppervlakte. Deze zijn ter wille van de lezer niet gecorrigeerd: zij of hij zal die wel weten te herkennen. Al deze aparte verslagen en verhalen vormen toch een geheel: Nederland.

De schrijver heeft zijn beroepsleven doorgebracht in de rechtspraak: hij was president van de rechtbanken in Alkmaar en Amsterdam. De website www.rechtersrecht.nl bevat een overzicht van zijn leven en werk. De rechtspraak heeft maar één hulpmiddel: de taal. Daar zijn we zuinig op en slijpen het telkens weer bij. Afbeeldingen en plaatjes kunnen de betekenis van woorden verdiepen. Nu ik gepensioneerd ben in het ambtelijke taalgebruik, experimenteer ik met woorden en plaatjes. Ik ben benieuwd.

NEDERLAND.

Aadrijskunde.

Ver buiten het menselijke voorstellingsvermogen liggen de verhoudingen in het heelal. Er is met de nieuwste telescoop een signaal opgevangen, afkomstig van het verst gelegen gedeelte van het heelal. Dit heeft er dertien en een half miljard jaar over gedaan ons te bereiken. Licht is het snelste dat we kennen. Door de ruimte kan licht reizen met een snelheid van bijna 300 000 kilometer per seconde. Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen. Dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer. Ik zal U het grote aantal nullen besparen van de reis die dit signaal naar de Aarde heeft afgelegd. Het Heelal bevat honderd duizenden melkweg-stelsels, onafzienbaar en onvoorstelbaar. De hoeveelheid materie wijst op de aanwezigheid van antimaterie: een raadsel dat (nog) niet ontsluierd is. Er zijn geen aanwijzingen dat dit alles ergens centraal bestuurd wordt. Het lijkt zich langs natuurwetten te voltrekken.

De afstand van de aarde tot de zon is ruim acht lichtminuten: de tijd waarin een lichtstraal van de zon de aarde bereikt. Zwarte gaten ontstaan door de werking van de zwaartekracht. Instortingen van sterren leiden tot enorme opeenhoping van sterrenmaterie, waarvan de aantrekkingskracht zo groot is, dat niets hier meer uit kan ontsnappen, zelfs niet het licht. In deze zwarte gaten houdt alles op: de tijd, de natuurwetten, elke menselijke voorstelling. Een wereld op verschillende snaartheorieën en in twaalf dimensies. 

Welk deel van deze ruimte is bereikbaar voor de mensheid? Behalve de Aarde en de Maan is dat wellicht nog Mars. De mens is in ieder geval beperkt door de genoemde maximum snelheid in het Heelal en de eigen levensduur. We zullen het dus met de Aarde moeten doen als enige haalbare en bewoonbare plek op de juist afstand van de Zon. Deze planeet staat bloot aan van alles en nog wat dat door het heelal slingert, zoals puin, grote brokken steen en planeetjes, De aarde heeft al eerder met onzachte botsingen slechte ervaringen opgedaan. Er wordt gewerkt aan veiligheidsmaatregelen nu we tijdig dit dreigende gevaar kunnen zien aankomen en wellicht uit hun baan kunnen duwen.

De Aarde is niet onze aangewezen plek voor alle eeuwigheid. Het zonnestelsel zal ooit, ooit ten ondergaan in een zwart gat, maar ooit, ooit is voordien de mensheid allang verdwenen. Maar of we dit ook nog zullen beleven lijkt onzeker. Het heeft er de schijn van dat de mensen al eerder zelf een einde zullen hebben gemaakt aan de bewoonbaarheid van onze Aarde. De ontwikkeling van lange afstandsraketten kan heilzaam zijn tegen puin uit de Ruimte, maar wordt gebruikt om de Aarde zelf te bestoken. Nucleaire toepassingen hebben de vernietigingskracht zo op gevoerd, dat mensen in staat zijn de Aarde zelf geheel onbewoonbaar te maken. De menselijke zorg voor de Aarde lijkt niet gericht op lang gebruik. De oorlog in de Oekraïne, hoofdzakelijk gericht op vernieling en vernietiging, de vervuiling van de zeeën gebruikt als massale afvalbakken, en de delfstoffen afbraak wijzen niet op een zorg voor de toekomst.

Geschiedenis.

Nederland is een klein land: met bijna 18 miljoen inwoners de dichtst bevolkte staat van West-Europa en in grootte de achtste economie. Het heeft een grote export van agrarisch producten en is sterk in de dienstverlening; het is een grote investeerder in Amerika. Bij de laatste Olympische zomerspelen zevende in het medaille klassement. 

Als de Zeven Verenigde Nederlanden ligt er een grote geschiedenis achter ons op zee, in de handel en in de geldwereld. Onze staats geschiedenis begint als het Koninkrijk der Nederlanden in 1815, maar dan is de grote bloei, de Gouden Eeuw, al voorbij. Onze voorvaderen en voormoeders stichtten een wereldrijk, over de hele Aarde verspreid. Dit alles is in de Tachtigjarige Oorlog aan het Spaanse Rijk ontworsteld. De lage landen aan de Noordzee raakten in twee verschillende kampen verdeeld: de zuidelijke provincies nog onder Habsburgs gezag katholiek, de Unie van Atrecht (Arras), thans grotendeels België en de noordelijke Nederlanden, waar het katholicisme eeuwen lang verboden is geweest, de Unie van Utrecht. De Engelsen en de storm hebben de Armada die door Spanje onze kant was opgestuurd, vernietigd. Van die klap heeft Philips de Tweede zich niet meer hersteld. Alleen in ons Volkslied wordt hij nog geëerd. De Engelsen en Nederlanders waren de baas op zee. Maar dat gaf een rivaliteit die in vier zeeoorlogen is uitgevochten in ons nadeel. Het Britse Koninkrijk was in de negentiende eeuw het grootste ter wereld, het Engels werd de wereldtaal. 

Maar de Nederlanders bleven varen en handelen. Zo blonken zij uit in de slavenhandel en -transport. In Brazilië, Zuid-Afrika en Suriname werd het werk op de plantages door slaven gedaan. Nederlandse kooplieden werden er rijk van. Inmiddels zijn er door onze minister-president in een mooie speech excuses aangeboden voor het slavernij verleden. Een verzoek om in onderhandeling te treden over schadeloosstelling werd afgewezen. Zoveel is er dus niet veranderd.

Ons land is niet alleen welvarend, maar ook veelvarend, over alle zeeën naar alle mogelijke en onmogelijke havens en bestemmingen haalt en brengt het mensen en goederen. Langs dezelfde wegen reizen ook de ongewenste zaken en personen. Zo is Nederland een verzamel- en verzendplaats geworden van het goede en het kwade. Het buitenland noemt ons een “Narcostaat” en heeft daarin niet helemaal ongelijk.  

Maar veel van dat alles is verleden tijd, wat gebleven is, is een handels netwerk dat de gehele aardbol omspant. Nederland is een open economie met veel contacten naar en van overal, centraal ingebed in de West-Europese landen gemeenschap. Nederland ligt tussen drie Europese grootmachten Engeland, Frankrijk en Duitsland. Met alle drie hebben we oorlogen moeten uitvechten: met Engeland de genoemde zee-oorlogen en door Frankrijk en Duitsland zijn wij bezet geweest. Maar geen van de andere ons omringende landen kon de bezetting van dit kleine centraal gelegen land door een vijandige macht tolereren. Zo zijn wij nog steeds een klein en rijk land in een zekere onafhankelijkheid.

Inwoners.

Nederland kent heden ten dage een bont samengestelde bevolking. Ons grote rijk in het verleden en weidse handelsroutes hebben veel en veelsoortige mensen hier naar toe gebracht.

Etnische discriminatie, het achter stellen van personen die tot een bepaalde bevolkingsgroep behoren zonder daarom zelf te hebben gevraagd, is een maatschappelijk verschijnsel. Ik heb geprobeerd daar vrij van te blijven, maar ik merkte dat ik bij een voetbalwedstrijd tussen twee dorpen, Midwoud en Oostwoud, partij voor mijn eigen dorp Oostwoud trok

 

zonder de deelnemende voetballers persoonlijk te kennen. In een zogenaamd vriendschappelijk treffen tussen Nederland en België hoopte ik op een Nederlandse zege en bij de schaakwedstrijd tussen de Sovjet Unie tegen de Rest van de Wereld deed het mij deugd dat de Rest nipt won.Wat meer nabij is krijgt natuurlijkerwijze meer begrip en steun dan het verder afgelegene. De taal is ook een bindmiddel tussen mensen uit eenzelfde groep. Familiebanden zijn het sterkst zonder dat van veel keuze vrijheid van de betrokken familieleden sprake is geweest.

Inwoners tegen wil en dank.

Wie kan beweren nog tot de oorspronkelijke bewoners te behoren? Wij allen stammen af van mensen die op enig tijdstip in de geschiedenis hier naar toe zijn gekomen, gevlucht of gebracht: Vlamingen die na de val van Antwerpen hier hun heil en godsdienstvrijheid kwamen zoeken; Joodse mensen uit Oost Europa en Portugal die het leven daar onmogelijk werd gemaakt, mensen die als slaven verhandeld werden, bewoners uit Suriname en de Nederlandse Antillen, als gastarbeiders uit Spanje, later uit Portugal en de laatste decennia uit Oostbloklanden. Nog steeds bereiken vluchtelingen uit verschillende delen van de wereld ons land, in 2021 ongeveer 30.000. Telkens moeten deze groepen nieuwkomers hier hun plaats vinden, vaak in concurrentie met die al eerder

 

gearriveerd waren. Zij vormen een onderlaag. Een beroep op aanspraken als oorspronkelijke of eerdere ingezetene is een makkelijk thema, dat kiezers kan aanspreken. Antisemitisme, vreemdelingenhaat en rassendiscriminatie zijn ook altijd goed voor een paar stemmen.

Maar hoe zit het juridisch met mensen buiten Nederland, die hierheen willen komen of vluchten? De wet maakt onderscheid tussen vluchtelingen, die in eigen land vervolging te duchten hebben, en economische vluchtelingen, die hun lot of welstand willen verbeteren. Dit verschil is minder groot dan het lijkt: ook zij aan wie het onthouden wordt een bestaan op te bouwen, raken in een noodsituatie. In de toekomst zal de emigratiedruk toenemen. Het verschil tussen arme en rijke landen groeit: de plekken op Aarde geschikt voor bewoning zullen met de klimaatveranderingen afnemen, de druk op bewoonbare gedeelten zal groter worden. Volksverhuizingen zijn geen nieuw verschijnsel. Dit lijkt niet te voorkomen. Er kan geprobeerd worden bepaalde ontwikkelingen af te remmen, zoals klimaatveranderingen, beperking van de bevolkingsgroei en verloedering van bewoonbare gebieden.

Het daagse leven.

Het vuilnis wordt hier op tijd opgehaald. De stoplichten op straat werken. Het stadhuis geeft rijbewijzen en paspoorten uit. De dagelijkse samenleving neemt zijn loop. Het is hier een goed verzorgd land. Ziekenhuizen functioneren, de sirene van de ambulance en brandweer klinkt wanneer dat nodig is. Er is een leerplicht die in vele honderden scholen wordt vervuld. Het Zuiden maakt zich na de Corona pauze weer op onder leiding van een prins Carnaval met zijn hofhouding vele sociale activiteiten te ontplooien. De winkels en supermarkten liggen vol, zelfs met WC-papier, het hamstergoed van de Coronacrisis. Het uitgaansleven gaat weer uit. Nederland is een goed geordend land. Het ontbreekt ons aan weinig.

Er zijn protesten. Sinds jaar en dag zijn er actiegroepen actief. Bekende verzamelplaatsen: het Lieverdje in Amsterdam, het Malieveld in Den Haag en recent de A 12. Deze hebben doorgaans ondanks hun dreigende taal aan het adres van onze democratische rechtsstaat een vredig verloop.

Het recht op demonstratie wordt door de overheid erkend en gewaarborgd, het ontregelen van de samenleving niet. Dat geeft acties en reacties. Al sinds jaar en dag vallen daarbij geen doden. De politie put zich uit met het wegdragen van protesterenden die zich ergens hebben neergezet. Een protestvogel beroemdc zich erop al 72 keer door de politie te zijn weggedragen Er zijn landen waarbij een dergelijke omhelzing door de politie met knevels niet wordt overleefd. De Nederlandse politie schiet niet met vuurwapens op de menigte, er wordt alleen met scherp geschoten in de strijd tegen de onderwereld.

Maar het Boerenprotest is menens. Vele jaren zijn de koeienboeren door overheid en banken gestimuleerd tot uitbreiding. De boeren hebben na opheffing van de melkquota zich beijverd in het vergroten van de veestapels. Het leek wel of zij heel West-Europa van melk en boter wilden voorzien. De eierboeren bleven niet achter. Mechanisatie en automatisering betekenen grote investeringen, die weer terug verdiend moeten worden. Velen zitten diep in de bankschuld. Maar de stemming sloeg om. Nederland heeft zich verbonden tot beperking van de uitstoot van CO2 gassen. Dit beleid staat nu haaks op de omvang van onze vee- en kippenstapel. Op hoge toon werden de boeren gesommeerd deze in te krimpen. De boerenprotesten hebben een grimmig karakter, ook op de A12. De boeren kunnen geen kant meer uit. Maar onze Aarde is onverbiddelijk aan het opwarmen met vele slechte gevolgen voor de mensheid. Ondanks rechterlijke uitspraken tegen de Staat tot nakoming van het verdrag van Parijs (2015) zal dat niet lukken, maar met een wijzere aanpak van de boerenprotesten is een begin gemaakt.

Toekomst.

Voor Nederland, als klein land, zal de naaste toekomst misschien meevallen. Onze invloed op wat er elders op onze planeet gebeurt, is maar gering. Maar de stijging van de zeespiegel kan op termijn ook hier zorgen baren. Waarom dit alles, dat niet nieuw is, toch gememoreerd? Het werpt zijn tekenen vooruit. In november 2022 hebben wij de acht miljardste aardbewoner verwelkomd.

II. DE POLIT IEKE  WERELD.

De Bloemenhof.                                                                                                                                                                                                                                                                                                              Noordoost Groningen.                                                                                                                                                                                                                                                                                                Drie in de pan.                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Het Binnenhof.                                                                                                                                                                                                                                                                                                            De Tweede Kamer verdeeld.                                                                                                                                                                                                                                                                                  Het dienstdoende personeel.                                                                                                                                                                                                                                                                        Scheiding van Kerk en Staat.                                                                                                                                                                                                                                                                                De kinderopvang toeslagen.                                                                                                                                                                                                                                                                                  Het lek is boven water.                                                                                                                                                                                                                                                                                                Het eerste Rutteloze tijdperk.

De Bloemenhof.

Het park van de politiek in Nederland ziet er keurig uit. Goede paden, opgeruimde gazons en bloemen als was het de Keukenhof  zelf. Richting aanwijzers en wat terrasjes. Je kunt er niet verdwalen, want altijd zie je in de verte het torentje. De wandelaar geniet, de Tuinman weet beter.                                                                                                                                                                          Zoals in elk goed park zijn er spelregels. Niet buiten de paden treden, geen dieren voeren, geen vernielingen aanrichten. Ook voor onze politiek zijn er spelregels, opgesteld door de Franse wijsgeer Montesquieu. Om macht binnen de perken te houden moet deze over drie partijen worden verdeeld. Eén partij stelt de regels op, één partij voert ze uit, de derde partij controleert. Dit is de basis van onze samenleving. Deze wordt, zoals in een nette hof betaamd, ook uitgevoerd. Onze wetgever de Staten Generaal stelt de wetten vast, de regering voert ze uit, de rechterlijke macht controleert. Voor de argeloze wandelaar lijkt alles in orde.

Maar de tuinman heeft mensen in de bosjes zien verdwijnen. Wat deden ze daar? Alleen de regering heeft de portemonnee  op zak, wat zal zij zich dan van de andere machten nog aantrekken? Daar kan de tuinman niet achter komen want alles wat in de bosjes gebeurt is Staatsgeheim.

Noordoost Groningen.

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is opgericht in 1949 en is een joint venture tussen Royal Dutch Shell en ExxonMobil. Nadat in 1959 het gasveld in Slochteren werd ontdekt, initieerde de Nederlandse Staat een aantal samenwerkingsverbanden tussen de Staat, Shell en ExxonMobil. Het doel hiervan was om de economische winning van olie en gas te regelen en om ervoor te zorgen dat de Nederlandse samenleving hiervan optimaal zou profiteren. Dit samenwerkingsverband staat bekend als: “Het Gasgebouw”. 

Deze aardgaswinning in Noordoost Groningen en de kolenmijnen in Zuid Limburg hebben gemeen dat dit de verst af gelegen delen van ons land zijn gemeten vanuit de regeringskern Den Haag. De winning van bodemschatten in beide gebieden heeft belangrijke bijdragen geleverd aan het welvaren van Nederland en heeft deze gebieden ingrijpend veranderd.

Binnen het Gasgebouw is de NAM als concessiehouder verantwoordelijk voor de opsporing van nieuwe gas- en olievelden en voor de winning van gas en olie uit al die ontdekte velden. Ongeveer 90% van de opbrengsten van het Gasgebouw komen de Staat ten goede. Hierin is verrekend de bijdrage van ongeveer 40 % die de Staat levert aan de verwervingskosten van de NAM, waaronder de uit te keren schadevergoedingen en versterkingsbijdragen. Het Gasgebouw is gestart in 1963. De totale inkomsten van de Staat in de loop der jaren zijn tot anno 2017 op  € 245 miljard geraamd. Deze zijn via de staatsbegroting uitgegeven.  

In 2013 vond als gevolg van de gaswinning in Huizinge (Groningen) een aardbeving plaats met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter. Dit was het moment waarop het Openbaar Bestuur besloot maatregelen te nemen:

 –  het gedeeltelijk dichtdraaien van de “gaskraan”,                                    

–   het versterken van de opstallen en                                                        

  –   het uitvoeren van reparaties en het vergoeden van de geleden schade.

De vette jaren van de gaswinning waren voorbij; op de Rijksbegroting moest drastisch in de miljardenopbrengst van de gaswinning worden gesnoeid. In Noordoost Groningen wordt het Gasgebouw de rekening gepresenteerd van de vele jaren gaswinning op grote schaal. Deze gaswinning heeft, zoals verwacht, grote aardbevingschade aan de bewoners berokkend: onbewoonbare en onherstelbare woningen, duizenden beschadigingen, veel waarde verlies voor woningen en gebouwen. Het dichtdraaien van deze gaskraan was niet voorbereid. Er waren langlopende leveringsverplichtingen aangegaan. Nederland kon niet zo in één klap in de kou worden gezet. Het dichtdraaien van de gaskraan werd onder voorwendsels gerekt. Van het versterken van de opstallen is na acht jaar nog niets terecht gekomen. Er liggen ook nog vele duizenden schadegevallen op afdoening te wachten.

Premier Rutte was gedurende die jaren leider van de regering. Hij had zich ook toen al voorzien van twee bliksemafleiders: de minister van economische zaken en een Landelijk Coördinator Groningen. Deze laatste stelde de NAM aan als uitvoerder van de versterkingen en de schadeherstel operatie. De NAM had geen enkele ervaring op dit gebied en was direct belanghebbende, omdat de betalingen voor haar rekening kwamen. De minster EZ sloot de gang voor de slachtoffers naar de echte rechtspraak af doordat de landsadvocatuur van alle negatieve uitspraken – dat waren ze allemaal – in hoger beroep en in cassatie ging. Dat rekte zo’n procedure oeverloos en omdat advocaten bijstand verplicht is, was dit ook voor de gewone burger/slachtoffer onbetaalbaar. De rechter was zo buiten spel gezet. De NAM maakte hier misbruik van. Aanspraken op immateriële schade, zoals in de wet geregeld, werden genegeerd. Pogingen om in deze situatie voor de gewone burger verbetering te brengen, strandde op de Landelijk Coördinator Groningen, die alle procedures en regels blokkeerde en probeerde eigen bedenksels door te drukken. Een man van veel woorden, maar zonder daden. Hij zat zijn eerste termijn niet uit en verdween met stille trom.

De meerderheid van de Tweede Kamer liet alles protestloos passeren: de discipline van de wisselende samenstelling regeringspartijen hield de rijen gesloten. Ter gelegenheid van de verkiezingen 2017 werd kamerbreed (behalve de Partij voor de dieren) de afspraak gemaakt, de kwestie Noordoost Groningen buiten het verkiezingsdebat te houden.                                        

Shell heeft zich boekhoudkundig los gemaakt van de NAM. Deze biedt geen verhaal voor grote schade claims en heeft verklaard versterkingen niet meer nodig te vinden, nu de intensiteit van de bevingen af zou  nemen. Inmiddels is een parlementaire enquête gehouden. Die zal worden afgesloten in 2023. De conclusie  kan niet anders zijn dan dat de meerderheid van de Tweede Kamer dit alles heeft gedoogd.

Drie in de pan.

Drie in de pan is een ouderwets en smakelijk gerecht. Het was in trek bij grote gezinnen. Simpel te bereiden. De kunst zit erin dat alle drie de pannenkoekjes ongeveer even groot uitvallen en er steeds evenveel poedersuiker op zit. Dit om disputen bij het uitdelen te vermijden.

Ons staatsbestel zit zo in elkaar, dat de wetten en regels worden gemaakt door het gekozen parlement, samen met de regering. De regering, ministers, departementen voeren deze wetten en regels uit. Het parlement ziet daarop toe. Er zijn Hoge Colleges van Staat die in onafhankelijkheid hier controle over uitoefenen en adviseren. Rechters beslissen over geschillen tussen Staat en burgers en op conflicten van burgers onder elkaar. Zij handhaven de rechtsorde door te straffen. Een subtiel bouwwerk: drie staatsmachten die elkaar in evenwicht moeten houden: de regelgevers, de uitvoerders en de controleurs.                                            

Op zondag 27 juni 2021 was de laatste uitzending van het seizoen van het televisieprogramma Buitenhof. Hierin trad de oude wijze minister van staat Herman Tjeenk Willink op, geflankeerd door Marjan Minnesma, de leidster van Urgenda en Frans Timmermans, eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie. Tjeenk Willink is in 2021 informateur geweest voor een kabinet, dat inmiddels de startstreep heeft gehaald. Hij sprak over een haperende democratie. Regeren is een samenspel van regels, uitvoering en controle. Dit samenspel is in het ongerede geraakt. De mechanismen om de uitvoering te corrigeren komen niet meer tot hun recht.

Hiervoor is het lot van Noordoost Groningen beschreven. Een verhaal waarin onze regering de regie over de exploitatie en het schadeherstel volledig overliet aan de NAM (het Gasgebouw). Toen de miljardenstroom na vele jaren gaswinning opdroogde was de NAM (Shell) snel vertrokken. De regering moest zelf ingrijpen in de herstel- en versterkingsprocessen. Dit is slecht of zelfs helemaal niet afgelopen. Van schadeherstel & versterking kwam weinig terecht. Het Parlement werd gekneveld en de rechter op afstand gezet. Ziet hoe Noordoost Groningen er na al die jaren nog steeds bij ligt. Het onderzoek in een parlementaire enquête heeft in het voorjaar 2022 plaats gevonden, het rapport zal in 2023 verschijnen.

Het belangrijkste doel van het Klimaatakkoord is de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen vergeleken met 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95%  zijn afgenomen. Dit is nodig om de opwarming van de aarde niet verder te laten oplopen dan 1,5 ℃. Dat zijn de landen, waaronder Nederland, met elkaar te Parijs in 2015 overeengekomen.

Het parlement is in een aantal zaken door zichzelf buiten spel gezet. De regeerakkoorden werken verlammend op de kamerleden van de regerende partijen. De toeslagenaffaire heeft het geloof in onze rechtsstaat aangetast. Het woord Ruttedoctrine staat voor achterkamertjespolitiek en gebrek aan openheid. De klokkenluider Omtzicht moest “naar elders”. Dit heeft zich allemaal in 2021 afgespeeld. Het moeizame verloop van de kabinetsformatie moet ook hieraan worden toegeschreven. Staatkundige vernieuwingen zijn welkom, maar moeten kennelijk nog eerst bevochten worden.

Er zijn een aantal Hoge colleges van Staat die toezicht houden op het functioneren van ons staatsbestel. Dit zijn de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman. Deze zijn onafhankelijk, ook ten opzichte van elkaar. Op 25 april 2021 vond er een unieke gebeurtenis plaats: de leiders van deze drie Hoge colleges trokken gezamenlijk naar het al eerder genoemde programma Buitenhof voor een belangrijke boodschap: wij werken hard en maken verslagen en adviezen ieder op ons eigen terrein, maar hier wordt door de Regering geen aandacht aan besteed. Er komen geen reacties, nodige bijsturingen worden niet getroffen. Onze functies in het staatsbestel zijn onder deze regering zinloos geworden.

Onze minister-president, een van de langst zittenden in de Europese Unie, heeft zich gekeerd tegen de eerste minister van Hongarije. Deze was weliswaar democratisch verkozen,  maar vergrootte zijn politieke macht door toezicht houdende lichamen zoals de Hongaarse rechterlijke macht monddood te maken. In Polen vond iets soortgelijks plaats. Slovenië lijkt ook die weg op te gaan. Onze eigen minister-president heeft zich inmiddels bij dit gezelschap gevoegd.

Onze staatkundige Drie koeken in de pan zijn erg ongelijk uitgevallen. Er is maar één hele grote en lekkere koek en er zijn twee miesertjes, waar  iedereen de neus voor ophaalt. Meer gelijkheid in de koekenpan is voor Binnenhof /Keukenhof een belangrijk punt.

Het Binnenhof.

Het Binnenhof is het politieke centrum van Nederland. Hier bevinden zich de Eerste en Tweede Kamer van onze volksvertegenwoordiging. Hier vinden belangrijke democratische processen plaats. Nog steeds. Er worden verkiezingen gehouden. De verdeling van zetels wordt geregeld naar de uitslag van deze verkiezingen. Alle verkozen leden krijgen volgens de vastgestelde reglementen het woord en kunnen hun stem uitbrengen. Partijen kunnen zich binnen de algemene voorschiften voor verkiezingen aanmelden en kandidatenlijsten opstellen. In het parlement worden regeringen ingericht en steunend op een meerderheid benoemd. Zoals al zo vele jaren. Telkens treedt er een regering op die de staatstaken vervult door het optreden van een minister president (de premier), ministers en staatssecretarissen. Deze geven leiding aan de verschillende departementen.

Het loopt allemaal wat minder soepel. Het samenstellen van regeringen gaat moeizaam en is tijdrovend. De hiervoor benodigde meerderheden zijn schraal. De politieke verhoudingen worden scherper en de onderlinge collegialiteit neemt af. Een deel van de kamer wordt genegeerd door een ander deel, wat een vruchtbare gedachten wisseling in de weg staat. De verhouding tussen de kamerleden en hun voorzitter enerzijds en het in dienst zijnde personeel anderzijds is verstoord. Er zijn grote onderwerpen zoals de gaswinning in Noordoost Groningen en de Toeslagenaffaire waarbij het parlement een rol heeft gespeeld die ook bij hen zelf twijfel oproept aan hun functioneren.

De Tweede Kamer verdeeld.

Het parlement is niet alleen verdeeld, maar zelfs versplinterd. Eenentwintig fracties en fractietjes op 150 Tweede Kamerleden maakt het samenstellen van meerderheden lastig. Daar zijn wel vier, en wellicht straks vijf partijen voor nodig. Geen enkele regering is sterker dan de zwakste fractie in de coalitie.

Er zijn drie partijen die door de anderen worden genegeerd. Die voldoen in de ogen van hun kamercollega’s niet aan democratische normen en waarden. Toch maken deze drie in gefragmenteerde vorm een vijfde deel van de hele kamer uit. Al voor een verkiezing wordt deze groep gediscrimineerd, wellicht in de hoop kiezers van hen te vervreemden, door de aankondiging dat in ieder geval met deze partijen geen regering zal worden gevormd. Nu al verkiezingen lang stemt een niet onbelangrijk deel van de bevolking voor deze partijen. Hen van regeringsverantwoordelijkheden af houden heeft de stemming in de kamer er niet beter op gemaakt. Dit uit zich ook hierin dat leden van deze gediscrimineerde groepen de grenzen opzoeken in de wetenschap dat daar ook kiezers te vinden zijn. De verhoudingen zijn nu zo vertroebeld, dat er stemmen op gaan om een strafwet uit te vaardigden die het optreden van deze kamerleden aan banden zou moeten leggen.

Van deze laatste suggestie kan in ieder geval gezegd worden dat die onzinnig is. Een strafwet tegen de groep die door de wetgever zelf aan de kant is gezet, brengt het strafrecht zelf in discredit. Niet verdere maatregelen tegen deze zwarte schapen kan de situatie verbeteren, maar hen perspectief bieden op een gelijke behandeling kan voor opklaring zorgen. Een vijfde deel van de uitgebrachte stemmen van het volk negeren is onverstandig. Het strafrecht te onpas gebruiken ook.

Het dienstdoende  personeel.

De slechte stemming in de Kamer blijkt uit de verhouding met het dienst doende personeel. De huidige voorzitter van de Tweede Kamer, die niet zo’ n sterke indruk maakt, heeft een extern onderzoek naar het optreden van haar voorgangster ingesteld in verband met klachten over grensoverschrijdend gedrag tegenover het ambtelijk personeel. Deze voorgangster geniet enige populariteit onder het publiek door de kordate manier van optreden in de Kamervergaderingen. Het ingestelde onderzoek wordt de huidige voorzitter verweten. Naar aanleiding van het spanningsveld tussen politiek en personeel heeft de totale ambtelijke leiding van de kamer en een deel van het kamerpersoneel hun functie neergelegd. De politieke kamerleden hebben te kennen gegeven buiten dit conflict te willen blijven.

Een soortgelijken spanning heerst al jaren tussen politieke leiding (ministers en staatssecretarissen) en ambtelijke leiding (secretarissen-generaal) op de departementen over bevoegdheden. De klassieke visie: de minister gaat over de politiek, de s.-g. over het ambtelijke apparaat. Maar steeds meer beschouwd een minister zich de baas van het hele departement. Wat het parlement betreft: de vorige voorzitter hield het personeel voor dat zij de baas ook over hen was. Dat gaf spanningen.

Scheiding van Kerk en Staat.

In Nederland is de Katholieke Kerk een aantal eeuwen verboden geweest. Onze Grondwet kent al ruim twee eeuwen de vrijheid van geloof en kerk. Een groot goed, waar we zuinig op moeten zijn. De Godsdienst vrijheid is waard om verdedigd te worden. Maar het omgekeerde uitgangspunt, gelovigen zullen anders denkenden niet in de wetgeving hun geloofsregels voorschrijven, is in Nederland nog steeds niet doorgevoerd. Er zijn in ons parlement drie partijen op religieuze grondslag die volledige godsdienst vrijheid genieten, maar in de wetgeving hun geloofsuitgangspunten willen opleggen aan anderen. Met name op het gebied van leven en dood. Daar kennen de religieuze partijen hun eigen opvattingen die zeker niet met een ieder gedeeld worden. Godsdienstvrijheid kent twee kanten: eigen vrijheid van geloof en de plicht deze vrijheid van anderen te eerbiedigen. In ons parlement is deze scheiding van Kerk en Staat niet volledig doorgevoerd. Ook hier vloeien spanningen uit voort. Wie zich uit geloofsovertuiging bemoeit met mijn sterven is mijn “doods”-vijand.

De kinderopvangtoeslagen.

Een uiterst ongelukkige gang van zaken rond de kinderopvangtoeslagen. Als de overheid voor een sociale situatie een financiële regeling wil treffen, kan dit in de vorm van een systeem van fiscale aftrekposten of door het verstrekken van toeslagen. In dit laatste geval was de belastingdienst met het verstrekken van toeslagen voor kinderopvang belast. In de Tweede Kamer ontstond na het uitkomen van een zwendel door een aantal Bulgaren ongerustheid over de vraag  naar  misbruik van deze regeling. Er werd aangedrongen op een nauwlettender toezicht. Hierdoor zijn – er is geen ander beeld te bedenken – bij de Belastingdienst de stoppen doorgeslagen.

Vele jaren geleden reisde ik met de TEE naar Parijs. De douane voerde in de trein een paspoortcontrole uit. Een ieder met een westeuropees uiterlijk werd overgeslagen, andere passagiers werden nauwkeurig gecontroleerd. Ik merkte aan medereizigers hoe zeer dit ook hen hinderde. De gekozen onderzoeksmethode zal ingegeven zijn door het hogere succespercentage dat men hiervan verwachtte.                                                       

Dit is een klein incident, het verhaal van de kinderopvangtoeslagen affaire is heel groot. Een gedetailleerd verslag vindt men bij Wikipedia onder “Toeslagenaffaire”. Ik beperk mij in dit verband tot de gevolgen. Nadat er door Sociale Zaken en de Tweede Kamer was aangedrongen op maatregelen tegen frauduleus handelen, is de Belastingdienst afd. Toeslagen en Douane op tilt geslagen: ouders met dubbele nationaliteit, etnisch en groepsgewijze profileren, institutionele vooringenomenheid. Meer dan 20.000 ouders werden hiervan het slachtoffer. De aan hen uitgekeerde en ten onrechte teruggevorderde schadevergoedingen gaan de half miljard euro te boven. Naast deze financiële gevolgen is de geestelijke en maatschappelijke schade voor al deze slachtoffers groot.
Er is een organisatie van 1.200 ambtenaren opgezet om alle fouten te herstellen met een echte staatssecretaris. Begin 2023 bleek deze overheidsdienst volledig vast gelopen te zijn en het herstel van alle onrecht gestopt. Slechte organisatie, veel verwarring en een ongezonde werksfeer. Het gezag van de Belastingdienst, van de minister van Financiën en van de Regering daalde tot onder het vriespunt. Maar hoe diep moet een ministerie nog zinken voor het uit schaamte uiteenvalt?

Een  jarenlange strijd en tegenwerking van overheidswege maakt de advocate Eva Gonzales Perez tot een heldinnenfiguur. Drie parlementsleden, Pieter Omtzigt (CDA), Renske Leijten (SP) en Farid Azarkan (DENK) hebben de goede strijd gestreden. Pieter Omtzigt is niet gezwicht voor “coalitie druk”. Zij zijn het waard met name genoemd te worden. De rol van Omtzigt in het parlement is die van klokkenluider, zijn lot die van andere klokkenluiders. Een parlementaire onderzoekscommissie heeft het schandaal aan het licht gebracht. De Belastingdienst en Sociale Zaken geven elkaar de schuld. Geen van de acht leden van deze onderzoekscommissie maakt nog deel uit van de nieuwe Tweede Kamer. Voor de zomer 2022 moet een volledige parlementaire enquête zijn uitgevoerd. De terughoudendheid van de regering in de informatieverstrekking aan de getroffen ouders blijkt uit het verschaffen van dossiers die nagenoeg geheel zwart gelakt waren. In de Tweede Kamer gaat het begrip “Rutte doctrine” rond als men probeert duidelijk te maken dat de premier terughoudend is in het verschaffen van relevante informatie aan de Kamer.

In  januari 2021 vóór het kamer debat over de affaire treedt de regering af. Sedertdien is het demissionair. Dat zou het lange tijd blijven. De voormalige minister van Sociale zaken, inmiddels lijsttrekker voor de PvdA, treedt als lijsttrekker en kandidaat kamerlid terug, en de voormalige betrokken staatssecretaris, inmiddels minister van economische zaken, neemt ontslag en keert het Binnenhof de rug toe. Alle overige leden van het kabinet vragen ontslag, maar blijven demissionair om door te regeren tot na de verkiezingen en tot een nieuw kabinet is geformeerd. Inmiddels worstelt de Belastingdienst nog steeds met het schadeloos stellen van de vele kinderopvangtoeslagen slachtoffers.

De vraag doet zich voor in hoeverre de betrokken ambtenaren persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt en strafbaar kunnen worden gesteld. Een poging hiertoe wordt gedaan. Er zijn in het Wetboek van strafrecht enige bepalingen opgenomen met betrekking tot ambtenaren in titel VIII ambtsovertredingen, de artikelen 462 en volgende; in de artikelen 355 en volgende staan de ambtsmisdrijven omschreven. De verwijten die men in deze affaire aan de ambtenaren zou willen maken vallen hier niet onder. De Staat is gevrijwaard voor strafvervolging bij de uitvoering van haar wettelijke taken. Deze vrijwaring geldt ook voor de ambtenaren betrokken bij deze uitvoering. De logica hierachter is dat het voor de Staat en betrokken ambtenaren onwerkbaar wordt in geval zij zich telkens in processen zouden moeten verdedigen. Niet valt in te zien dat de uitvoering van de kindertoeslagwetgeving niet onder de Staatstaak valt.

Het lek boven water.

Het is wettelijk verboden te citeren uit de notulen van de ministerraad. De toch openbaar gemaakte kabinetnotulen uit november 2019  leverden een belangrijk punt op: onomstotelijk kwam vast te staan, dat de druk van regeringspartijen op de eigen tweede kamer leden de belangrijkste oorzaak is voor het stagneren van de democratische processen. Het lek is boven water. De Tweede Kamer kan nu aan de slag: ook kamerleden van coalitiepartijen hebben in de kamer een persoonlijk en volledig stemrecht. Zij dragen de volle verantwoordelijkheid voor het democratisch reilen en zeilen van het hele parlement. De gepubliceerde notulen hebben ons geleerd dat in het toen aanwezige gezelschap er ministers waren die over het onderwerp democratie nog “gesensibiliseerd” moesten worden. De geest van Verhagen waart nog steeds rond in het CDA. Onheuse partijdiscipline ligt ten grondslag aan het schandaal van de toeslagenaffaire. Al deze politieke manoeuvres en rituele dansen hebben een vervreemdend effect op wie niet zo met het Binnenhof vertrouwd is.

Het eerste Rutteloze tijdperk.

Premier Rutte is een belangrijke figuur. Zijn persoon is integer en straalt onomkoopbaarheid uit. Voor een land een groot goed. Hij is een slim debater en in ieder geval in Kamerdebatten geduldig. Hij lijkt als samenbinder onmisbaar bij het formeren van een regering. Dit levert hem een grote persoonlijke uitstraling op.

Hij is een sterke leider en zoals wel meer bij sterke leiders omgeeft hij zich bij voorkeur met minder sterke medewerkers. Noch in zijn eigen politieke partij, noch in het parlement heeft zich een kroonprins kunnen profileren. Hij heeft in de loop van jaren een aantal zondebokken om zich heen verzameld die zijn eigen licht meer doen schijnen en aandacht van zijn persoon zo nodig afleiden: de minister van Economische zaken bij de gaswinning crisis, de minister van Volksgezondheid in de Coronaperiode  en de minister van Financiën  ter gelegenheid van de Toeslagenaffaire. Bij overgang van zijn ene kabinet naar het volgende worden ministers ook als zij minder gefunctioneerd hebben wel “omgekat” naar een ander departement: van Volksgezondheid naar Woningbouw, van Binnenlandse zaken naar Defensie, van Financiën naar Buitenlandse zaken.

Premier Rutte is er alles aan gelegen om “parlementaire” kabinetten te leiden. Dit zijn kabinetten die gebaseerd zijn op een overeenkomst tussen een aantal partijen, zowel wat de samenstelling als wat het regeerprogramma betreft. In de samenstelling daarvan wordt veel tijd gestoken. Deze parlementaire kabinetten zorgen voor een splitsing in de Eerste en Tweede kamer: de regering en de oppositie. Omdat de samenstelling van regering en oppositie de laatste jaren niet veranderd is, zijn de loopgraven al een tijd niet meer verlaten. De leden van de oppositie hebben geen uitzicht op echte invloed op de gang van zaken. De uitslag van debatten staat bij voorbaat vast. Deze binding aan regeerprogramma’s en partij combinaties,  hebben de kamerleden van de regering gedegradeerd tot stemvolk. Zij worden op een stemlijst gekandideerd door een partij en worden geacht de stemaanwijzingen van de leiding van die partij te volgen. De verhoudingen in het parlement zijn bevroren, de discussies alleen voor het publiek. In de aanloop naar een besluitvorming is er binnenskamers nog wat in de melk te brokkelen. In een dergelijke situatie hebben de gaswinning- en toeslagen affaires zich in het parlement kunnen vol.

De tijd  van de parlementaire kabinetten is voorbij. De versplintering van het parlement maakt het samenstellen van zulke partij overeenkomsten té gecompliceerd. Het politiek knevelen van kamerleden staat op de tocht na genoemde democratische rampen. Het lek is boven water.  Maar wat dan? Het eerste Rutteloze tijdperk staat op aanbreken.

Het vormen van regeringen gebeurde door het uitsturen van informateurs door de vorst. Die verkenden het politieke terrein, brachten aan de vorst hierover rapport uit en deden suggesties. Een formateur kreeg dan gelegenheid om een kabinet op poten te zetten die door een meerderheid in de Tweede kamer geaccepteerd kon worden. Maar de rol van de vorst is afgeschaft; het presidium van de Tweede Kamer vervuld nu de taak van het leiding geven aan het formatie gebeuren.

De gang van zaken zou als volgt zijn beslag kunnen krijgen. Een door de Kamervoorzitter aangewezen persoon of personen zullen een overzicht maken van de in het parlement en samenleving levende problemen, voornemens en plannen. Nadat dit stuk door de meerderheid van de Kamer is aanvaard en prioriteiten hierin zijn aangebracht wordt gezocht naar een formateur/aanstaande minister president, die een regering zou kunnen leiden die met de aangegeven prioriteiten als uitgangspunt het land zou kunnen besturen. Deze regering heeft geen vaste partijbindingen, in de zin van vastgestelde programma’s waaraan partijen zich gebonden hebben. De samenstelling bestaat uit parlementsleden en buitenstaanders, al dan niet lid van een politieke partij. Lijsttrekkers vervullen als regel de rol van fractievoorzitter van hun partij.

Nu er geen regeringscoalitie meer is kunnen de ministers daar niet meer terecht met hun voorstellen en zullen ze breder op zoek moeten naar steun. De oppositie bestaat niet meer, omdat er geen gesloten regeringsfront meer bestaat. Het is geen eenheid maar een bonte verscheidenheid. Zij komt ook naar voren bij het brede overleg. In plaats van een isolement met bijbehorende frustratie tellen zij nu mee als mogelijke steun voor ingediende plannen. Het vastgelopen parlement komt weer vlot. Het systeem van parlementaire kabinetten, die op een overeenkomst tussen partijen steunt, verstikt de democratie.

De foto van het Binnenhof toont een naar binnen gekeerd gebouw afgewend van de buitenwereld. Een echte binnenhof. Het heeft een museale uitstraling en de minister-president in zijn torentje is uit een strip verhaal weggelopen. We zetten er een hek omheen  met de bezoekuren. Geen plaats waar vernieuwing kan gedijen.

 

III. DE ONDERWERELD.                                                                                                    

Zwarte gaten.

Zwarte gaten hebben mij steeds geïntrigeerd. Stephen Hawking, de zo betreurde en bewonderde sterrenkundige, was in het bijzonder op dit gebied werkzaam. Een beroemde foto van deze grote geleerde, een verfrommeld hoopje mens weggezakt in een rolstoel.

Het toeval wil dat mij een aantal overeenkomsten van zwarte gaten met bepaalde maatschappelijke verschijnselen zijn opgevallen. De materie in de samenleving is geld. Dit heeft een grote aantrekkingskracht. Grote ophopingen hiervan leiden tot ontbinding van maatschappelijke structuren en een onaantastbaarheid in zichzelf. De aantrekkingskracht van het geld en hieruit voortvloeiende macht is dan de grootste en laatste kracht. Grote hoeveelheden dollars of euro’s geven zo’n druk dat de wetten van de samenleving het hiertegen afleggen.

De ontwikkeling van de drooglegging in Amerika in de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw is al vaak beschreven en vergeleken met de ontwikkeling van de narcoticahandel in de westerse wereld van nu. Tot mijn onthutsing bleek de parallel volledig tot in alle fases van het te doorlopen proces. We blijken al een heel eind te zijn voortgeschreden op de weg die tenslotte naar een maatschappelijk zwart gat voert.

Drugs.

Mensen raken verslaafd. Aan drank, drugs, gokken, roken en aan  lange afstand hollen. Verslaving aan de eerste vier genoemde roesmiddelen zijn met name voor de betrokkene, zijn of  haar omgeving en soms ook voor de samenleving, schadelijk. Wij willen hier tegen optreden. Het meest afdoende, maar tegelijkertijd het meest kostbare en gecompliceerdste is het genezen van de verslaving zelf. Door belonen, straffen of overtuigen. Maar we hebben ons erbij neergelegd dat verslaving soms onuitroeibaar is. Daarom richten wij ons op de roesmiddelen zelf. Wij verbieden drankverkoop of de verstrekking ervan aan jongeren, geven voorschriften voor lokaliteiten waar alcohol kan worden genuttigd en onderhouden afkickcentra. We verbinden aan een voorwaardelijke veroordeling die volgt op sommige delicten – zoals het rijden onder invloed, meermalen gepleegd – de voorwaarde dat de veroordeelde zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, ook als dit een ontwenningskuur inhoudt. Om het roken, een zéér schadelijke gewoonte die de staat  jaarlijks vele miljoenen aan gezondheidszorg kost, te beteugelen drukken wij een waarschuwing op de verpakking. Hier laten we het verder bij en de overheid beurt grote bedragen aan accijnzen.

Het drugsgebruik trachten we aan te pakken met inzet van het strafrecht. Dat lijkt tot nu toe nog niet echt succesvol. Verslaafden en inhalige lieden lijken elkaar altijd weer te vinden. Ondanks grote justitiële inspanningen is de drugsscene zo hecht georganiseerd, dat weinig hoop bestaat dit kwaad op deze wijze uit te roeien. Ook ten aanzien van alcohol is een dergelijke aanpak in de eerste decennia van de vorige eeuw met name in de Verenigde Staten geprobeerd. Niet alleen heeft men deze poging als zinloos moeten opgeven, maar met de kwade gevolgen ervan – een georganiseerde misdaadbranche – worstelen we nog steeds. De episode van de drooglegging in Amerika is een in de politieke wereld veel te weinig geraadpleegd stuk uit de geschiedenis. De parallellen met de huidige drugscriminaliteit zijn treffend. Laat mij hierover mogen opmerken dat wij ons als samenleving nu ernstigere zorgen moeten maken over de vele miljarden die met illegale handel zijn verworven en de criminele organisaties die hier over beschikken, dan over de volksgezondheid, die dit beleid zou moeten dienen.

Dit alles neemt niet weg dat er geen zicht bestaat op verandering van beleid. Wij zullen ons erop moeten voorbereiden zeer veel mensen, middelen, energie en frustratie in de bestrijding en berechting van drugscriminaliteit te moeten steken, in de wetenschap dat het op zijn best leidt tot verplaatsing van handelsroutes, niet tot het uitroeien ervan. Zonder drugszaken zou er in de rechtspraak geen capaciteitsprobleem bestaan. Nu zullen wij zonder ophouden de omvang van onze strafrechtspleging verder moeten uitbreiden. Deze categorie zaken is verantwoordelijk vooral voor de complexe megazaken, de massale toestroom van drugskoeriers en het drugscontainervervoer in Rotterdam.

Nieuw juridisch fenomenen: het bestrijden van witwaspraktijken en de ontnemings vorderingen. Het einde is niet in zicht. Nederland als handelsnatie en internationale vrachtvervoerder vormt een stapelplaats, niet alleen voor legale, maar ook voor illegale goederen. Wij staan onder grote internationale druk steeds meer inspanningen te leveren aan de drugsbestrijding. Omdat de “justitiële dichtheid” (agenten, officieren van justitie, rechters en cellen per honderdduizend inwoners) nog niet op het niveau van andere westerse landen is, zullen wij nog veel moeten investeren. Nederland geldt bovendien als het grootste XTC producerende en exporterende land. Het zal ons niet worden toegestaan om onze inspanningen tot bestrijding van dit alles te verminderen of zelfs maar op dit niveau te laten.

De voor de toekomst van de rechtspraak zéér relevante vraag doet zich voor: wat nu? Waar en vooral wanneer eindigt deze spiraal van justitie inspanning tegenover het nog sneller groeiende crimineel geweld? Dat de drugsoorlog niet, en zeker niet op deze manier, te winnen is, is een denkbeeld dat leeft bij vele ambtsdragers. Ooit zal dit inzicht zo wijd verbreid zijn, dat de inspanningen over een andere financiële boeg zullen worden gegooid, en justitie langs de lijn komt te staan. Dit is een somber perspectief waaronder de strafrechtspleging nu en in de komende jaren zal  moeten werken. Wel onder een heilig moeten, maar zonder heilig geloof.

Verslaving.

Mensen hebben door de eeuwen heen hun lot op aarde verzacht door een toevlucht te nemen tot middelen, die de daagse werkelijkheid vervlakt: alcohol, opiaten,  stimulantia. Deze worden gebruikt om te vergeten, te dromen, of om zich aan te passen aan sociale patronen.
Het opiumgebruik heeft een wijde vlucht genomen en diepe sporen getrokken in menige samenleving. In de 19e eeuw zijn in China zelfs twee Opiumoorlogen gevoerd, waarbij Engeland China dwong met de suprematie van haar wapens om opiumimporten te gedogen. Alcoholgebruik en -misbruik zijn al vanouds wijd en zijd verspreid. De drooglegging in Amerika bleek averechts te werken: het verbod op alcohol heeft de particuliere productie, de handel en de smokkel juist in sterke mate begunstigd. Tabak levert geen bijdrage aan de gezondheid, maar als gevolg van de hoge accijnzen wel aan de schatkist. Stimulantia voorzien in een behoefte bij diegene die willen meetellen in sport of het sociale verkeer.


Verslaving is wijd verspreid en maakt deel uit van het mens zijn. Het kan het sociale leven stimuleren, maar schaadt ook de gezondheid. Het gros van de burgers kan er goed mee omgaan ook zonder sturing of ingrijpen van hogerhand. De beschikbaarheid van roesmiddelen leidt dan niet tot excessen. Maar er zijn ook mensen die tot verslaving zijn geneigd met verwaarlozing van de eigen gezondheid. Hier is hulp geboden. De directe hulp kan zich richten op behandeling van de verslaving, op het onbereikbaar maken van de verslavingsmiddelen en op strafbaarstelling van de handel.

De land-, tuin- en bosbouw hebben al vele eeuwen voorzien in deze middelen. De papavervelden, cocagewassen en cannabisplantages bedekken aanzienlijke delen van het aardoppervlak. Talrijke boeren in Azië, Afrika en Zuid- en Midden Amerika zijn hiervan voor hun levensonderhoud afhankelijk en worden hierin door hun overheid beschermd. Hoewel het tegenwoordig technisch mogelijk is om grote velden zodanig vanuit de lucht te bespuiten dat het gewas ten gronde gaat, stuit dit wereldwijd op tegenstand. De beschikbaarheid van een wereldproductie aan opiaten en cocaïne is een gegeven waar de mensheid na iedere oogst weer mee moet  leven.

Handel is een onmisbaar gegeven in onze wereldeconomie. Vele goede zaken vinden vanaf  het land van oorsprong hun heilzame bestemming elders. Handel, transport en financiering zijn beroepen, waarin velen hun bestaan vinden langs vaste routes en met gretige bemiddelaars. Maar zoals wij, Nederlanders, maar al te goed weten, reizen niet alleen de nuttige goederen van producent naar consument langs deze wegen, maar ook de minder gewenste handelswaar. Blokkades, bij voorbeeld door strengere controles op een vliegveld of in havens, leiden niet tot het stoppen van deze goederenstroom, maar slechts tot het  – tijdelijk – verleggen ervan. De productiestromen blijven structureel, de vraag naar de verboden “middelen” droogt nooit op en er zijn altijd lieden, die voor een hoge bonus deze twee bij elkaar willen brengen.

 Nederland.

Nederland heeft vanouds als “vrachtvaarder van Europa” een grote rol gespeeld in het creëren van handelsroutes, het uitvoeren en het financieren ervan. De eerste aandelen beurs ter wereld werd gevestigd te Amsterdam. De sleutels van de Sont lagen in het IJ.
De handel ter zee betrof specerijen, chinees porselein, Scandinavisch hout, maar ook verdovende middelen als opium en in een latere eeuw: slaven. De Hollandse bovenlaag speelde hierbij een stimulerende rol, er was veel “durfkapitaal” op de markt en de Staat gaf een vrije hand.

Deze nalatenschap doet zich nog steeds gelden. Nederland staat wereldwijd bekend als de grootste producent van synthetisch drugs en als land waar  het meeste zwarte geld wordt wit gewassen. Het gaat gebukt onder een groot strafrechtelijk handhavingstekort en is zuinig omgesprongen met de justitie-uitgaven. Een rapport dat alternatieve aandroeg voor de gevangenisstraf verdween onbesproken in een la.

Beleidsmatig heeft Nederland zo min mogelijk barrières opgeworpen voor verslaafden om de hulpverlening te bereiken. Strafrechtelijke vervolging richt zich tegen de handel  in verdovende middelen, niet tegen de gebruikers. Nederland telt verhoudingsgewijs de minste “drugsdoden” van de ons omringende landen. Toen ik in het jaar 2001 met enige collega’s een studiereis ondernam naar Chicago, waar voor het eerst zittingen werden gehouden met digitale dossiers, viel mij van de kant van de Amerikaanse collega’s een warm welkom ten deel en veel complimenten voor ons drugsbeleid. De coulance in de behandeling van soft drugs en de brede witwaspraktijken hebben ons wel het etiket “Narcostaat” opgeleverd. Het onderscheid tussen hard en soft drugs, dat voor ons zo vanzelf spreekt, kent men elders niet. Dit trekt enerzijds veel volk naar ons land, anderzijds wordt ons land, en in het bijzonder de stad Amsterdam, als het Sodom en  Gomorra van West-Europa beschouwd.

Nederland is gebonden door internationale verdragen en afspraken aan een strafrechtelijk vervolgingsbeleid van drugscriminaliteit. Het kan zich niet zonder meer hiervan losmaken. Maar velen in ons land zijn ervan overtuigd dat de strafrechtelijke aanpak niet goed is en dit leidt tot gaten in onze samenleving, waarin het witgewassen geld de boventoon voert.

Een mild juridisch klimaat.

Wetgeving kent een formele kant en een uitvoeringspraktijk. Het “milde” zit niet zozeer in de wetgeving zelf, maar in beleidsmatige keuzes, het toezicht en de controle. Nederland staat bekend als het land waar het meeste crimineel verdiende geld wordt witgewassen. Dit heeft op zichzelf al aantrekkingskracht, die het witwassen hier te lande stimuleert. Dit betekent ook, dat wil men hier wat aan doen, niet alleen streng moet worden opgetreden tegen het witwassen, maar zelfs strenger dan de ons omringende landen om effect te sorteren. Theoretisch zou dit laatste voorkomen kunnen worden, als de landen in onderlinge afstemming dezelfde inspanningen leveren, maar dit lijkt een utopie.

We zijn in het algemeen gesproken royaal met strafrechtelijke bepalingen. Een medicijn voor vele kwalen. De keuze voor het strafrecht voor handhaving van administratieve voorschriften en het tegengaan van ongewenst gedrag lijkt wel een panacee voor alles waar de wetgever geen raad mee weet. Een stoplap die niets stopt, zolang hier geen effectieve maatregelen tot handhaving mee gepaard gaan.

 Zijn zwarte gaten erg?

De drooglegging in Amerika uit de eerste helft van de twintigste eeuw is een angstig voorbeeld. Daar waar een deel van de bevolking niet achter de drooglegging stond, nam de illegale alcoholproductie toe, zoals heden ten dage de weetkwekerijen in Nederland. Een volgende stap is de smokkel van de illegale goederen. Dit is een fataal stadium. Smokkel betrekt meerdere partijen bij een illegale transactie: aanbrengers en afnemers moeten door “makelaars” en “financiers” bij elkaar worden gebracht. Deze laatste groep ontpopt zich als de leidinggevende. De hiërarchie van een smokkelbende is geboren.

Een volgende fase wordt gekenmerkt door “bendeoorlogen”  en zwart geld dat de weg naar het daglicht probeert te vinden. De drooglegging in Amerika en onze drugscene hebben een zelfde ontwikkeling gemeen. Dat geeft ons de mogelijkheid een blik in de toekomst te werpen. Het aantal liquidaties, de gevallen van corruptie en de massale witwaspraktijken zijn de voorboden van wat ons verder te wachten staat.

Eind juni 2020 verscheen een lugubere foto in de kranten: een container als martelkamer ingericht met vastbindstoelen en allerlei martelwerktuigen. Een stoel waar ik graag verre van blijf. Deze container maakte deel uit van een verzameling containers van een drugsbende in Noord-Brabant. Martelingen en geruisloze verdwijningen zijn niet alleen kenmerk van wrede dictaturen, maar bestaan ook in Nederland in de zwarte gaten van onze samenleving. Deze gaten ontstaan waar misdaadsyndicaten door smokkel en het verhandelen van verboden roesmiddelen ondergronds grote sommen gelds verzamelen om bovengronds de samenleving naar hun hand zetten.
De Burgemeester van Haarlem werd zozeer bedreigd, dat deze met zijn hele gezin lange tijd 24-uurs bescherming heeft moeten krijgen. De kranten hebben hier uitvoerig over bericht. In de lange duur werd deze berichtgeving minder, maar de bewaking bleef.                                                                                                                                                                                                                                    In 2020-2021 kreeg het grote Maringo-proces met als onderwerp een aantal liquidaties in de drugswereld veel aandacht in de media. Het heeft zelf ook weer slachtoffers geëist

Na opheffing van de drooglegging moesten de Amerikanen weer hun weg vinden in een samenleving waarin het roesmiddel alcohol niet meer verboden was. Zij moesten leren leven met de zwarte nalatenschap van de drooglegging: de misdaad organisaties. Deze werden na de afschaffing van het drankverbod niet ontbonden, maar hun nijverheid werd verplaatst naar delicten als afpersing en geweldpleging: de burgers raakten van de regen in de drup.

Ons land heeft een eeuwenoude traditie van handel en geldverkeer, en dienovereenkomstige netwerken. Welvarende buitenlandse bedrijven genieten fiscale voordelen bij vestiging hier ten lande. Ten aanzien van de zogenaamde softdrugs wordt een tolerant beleid gevoerd in het gedogen van koffieshops, maar het kweken van cannabis wordt nog steeds actief vervolgd.

Recent hebben Microsoft en Google zich in de Wieringermeer gevestigd door het goede economisch klimaat, alle wereldwijde verbindingen en de ligging van de kabels uit Amerika. Tegelijkertijd hebben Mexicaanse producenten en handelaren van het uiterst verslavende crystal meth zich hier ook gevestigd, naar hun zeggen op grond van dezelfde overwegingen, alsmede  het milde strafklimaat.

Een bodemloze put.

De Nederlandse regering is niet corrupt. Zelfverrijking behoort niet tot de nagestreefde doelen. Toch is Nederland kampioen witwassen. Hoe kan dit?
Nederland ligt aan de monding van de grootste traditionele handelsweg van Europa: de Rijn. Het grenst aan machtige staten van ons continent en onderhoudt vanouds routes en contacten over de hele wereld. Het is een handelsnatie. Geld en geldstromen bepalen in belangrijke mate de invloed en macht. Voor onze regeerders, kinderen van een handelsnatie, zijn deze paden vertrouwd en vertrouwelijk. Veel van wat door het Ministerie van Economische Zaken in de wereld van het grote geld wordt bestierd, bevindt zich achter de financiële horizon en is afgedekt met “staatsgeheim” en “vertrouwelijk”. Het “staatsgeheim” dient  bij Defensie om de vijand niet wijzer te maken, bij “Economische zaken” om de eigen burger in het ongewisse te laten. De echte strijd tegen de handel in roesmiddelen en tegen het zwarte geld begint in onze eigen regering.

In de periode 2020-2021 is er in deze strijd winst geboekt en verlies geleden. Eerst de winst: in 2020 is een groot encriptienetwerk, waarin honderden deelnemers uit de onderwereld hun onderlinge contacten deelden in PGP-toestellen met een versleuteling van contacten, door de politie gekraakt. Dit leverde een grote schat aan informatie over alle kwaad dat daar beraamd werd en veel succesvolle strafrechtelijke vervolgingen op. Een (tijdelijke) slag voor de misdaad.

Peter R. de Vries.

Op 7 juli 2021 vond de moordaanslag op de bekende misdaadverslaggever Peter R. de Vries plaats. Hij werd door vijf kogels getroffen in de Lange Leidse dwarsstraat in Amsterdam toen hij een t.v.-studio verliet. Hij overleed later. Hij was bekend door zijn inspanningen als verslaggever om misdrijven op te helderen. Hij stond voor recht en rechtvaardigheid. Hij trok zonder persoonlijk gewin en zonder bescherming er op af. Zijn vele optredens voor de televisie maakte hem tot een bekende en geliefde Nederlander. Deze moordaanslag maakte grote indruk op iedereen. Tot velen drong het door hoever de onderwereld in de bovenwereld was doorgedrongen. A wake-up-call. Nu een eerlijke en ongewapende onderzoeker zo meedogenloos wordt neergeschoten, is het echt oorlog. Dat de daders binnen een uur al gepakt werden was voor de opsporingspolitie een belangrijke succes.

De dood van Peter de Vries kan het begin zijn van een echte strijd tegen de onderwereld. Daar zou Peter  de Vries dan door zijn strijd en dood een grote bijdrage aan hebben geleverd. Deze strijd moet niet alleen tegen de misdaadbendes worden gevoerd, maar ook tegen de bron van het kwaad: het witwassen van crimineel verdiend geld.

 IV. DE FINANCIËLE WERELD.

Geld.

Handel gaat om geld. Waar geen geld te verdienen valt, stopt de handel, maar lucratieve transacties trekken altijd belangstellenden. Hoge prijzen aan het eind van de keten komen zelden de oorspronkelijke producenten ten goede, maar slechts de financiers van deze handelsstromen. Dit zijn de uiteindelijke winnaars in de wedloop van de arme producent naar de verslaafde consument. Het met de narcoticahandel verdiende geld moet uiteindelijk een uitweg vinden naar de bovenwereld. Zonder witwassen (“laundering”) kunnen de winnaars van de drugshandel weinig doen met het slim verdiende geld.

Uithalers zijn jongere mensen, veelal uit Rottedam-Zuid gerecruteerd, die zich op de vele vierkante kilometers grote opslagplaatsen van containers in de Rotterdamse haven laten insluiten, en met daarvoor geschikte werktuigen containers openen om de daarin verborgen narcotica mee te nemen en af te leveren. In 2021werden 400 uithalers aangehouden. Er werd in dat jaar meer dan 71.000 kilo cocaïne onderschept. Er werden ook containers gevonden die als “hotelkamer” voor uithalers waren ingericht. In de Rotterdamse haven zijn ook douaniers bezweken en hebben containers met drugs doorgelaten.

De grootste containerterminal van Europa beslaat 125 vierkante kilometer en biedt dagelijks werk aan 180.000 mensen. Uit de jaarcijfers van de haven in 2020 blijkt dat er meer dan 120.000 schepen de haven hebben aangedaan met honderden miljoenen tonnen aan goederen. Het punt is, het is te massaal, het is te groot. De terreinen, de logistiek. Dan zou je ongelooflijk veel mensen moeten hebben om dat helemaal dicht te kunnen zetten.

Op Schiphol is in juli 2021 een groep van 10 personen van de bagage afhandeling aangehouden wegens medewerking aan drugmokkel. De onderwereld en bovenwereld zijn duidelijk vermengd geraakt. De Amsterdamse burgemeester heeft inmiddels de oorlog verklaard aan de Amsterdamse “drugseconomie”. Dat inmiddels de fase van de bendeoorlogen is losgebarsten hebben de vele liquidaties afdoende duidelijk gemaakt. Chicago heeft ons geleerd, dat na opheffing van de drooglegging en het uitwoeden van de bendeoorlogen, het zwarte gat een eigen leven gaat leiden en niet meer te dichten is.

In Nederland is in artikel 420 A Wetboek van Strafrecht het witwassen van geld tot een misdrijf verklaard. De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) geeft kort samengevat regels die het witwassen moeten tegengaan, zoals een meldingsplicht voor financiële inrichtingen en notarissen. Ook is uitvoering gegeven aan Europese regelgeving in de Sanctiewet. De euromunt in de huidige constellatie is minder geëigend voor landelijke anti witwas acties. Het uitwijken naar ”over de grens” is eenvoudig. Het zwarte geld stroomt naar het laagste punt, dat is daar waar het wit wassen het makkelijkst is.

Toch is het aanpakken van de zwarte geldstromen de Achilleshiel voor de narcoticahandel. Hoe meer hindernissen worden opgeworpen voor het “verzilveren” van het narcogeld, des te minder aantrekkelijk deze handel wordt. Het zijn de financiers die achter deze handel zitten en die er echt van profiteren. De top van de piramide. Een trap veegt men schoon van boven naar beneden. Dat geldt ook voor geldpiramides. De enige aanpak die een kans heeft echte invloed op de narcoticahandel te hebben, is het blokkeren van de geldstromen.

Er is goed geld en slecht geld. Het goede geld op bankrekeningen is op bijzondere wijze beschermd. De Nederlandse depositogarantie moet het private geld op een bankrekening tot honderdduizend euro beschermen tegen banken die failliet gaan. Een zwaar risico voor de Staat, maar een belangrijke en zeer kostbare garantie voor de houders van het goede geld. Slecht geld is het bankpapier dat anoniem van hand tot hand gaat. Goed geld is traceerbaar in het bankverkeer waaraan het ontspruit. Slecht geld hoopt zich op in koffers, ja zelfs in koffers van het Europese parlement. Miljoenen aan bankbiljetten worden aan het zicht van de overheid onttrokken in opslagplaatsen en liggen te wachten op een witwasser. Waren vroeger Zwitserse banken een passende opslagplaats voor geld dat niet aan het licht mocht komen, tegenwoordig zijn dat onder meer de Kaaimaneilanden, om maar een enkeling te noemen van een lange lijst waarop ook Nederland voor komt.                                           

Persoonsgegevens.

Bescherming van persoonsgegevens is een groot goed, een belangrijke waarborg voor de burger tegen The Big Brother, die haar of hem in de gaten houdt. De grens hiervan ligt bij andere belangrijke rechten en regels, die weer voor anderen waarborgen scheppen. Er bestaat hierin geen rangorde. Daar waar het dreigt andere rechten te schaden is telkens een afweging aan de orde.

Er zijn allerlei soorten belangen met de bescherming van persoonsgegevens gemoeid. De heer en mevrouw Anonymus zijn overbeschermd, de burger en VIP’s tegen wie dit echtpaar zich richt, nauwelijks. Medische gegevens verdienen alle zorg en terughoudendheid in het gebruik, maar zullen tot heil van de patiënt ook uitgewisseld moeten kunnen worden. Inzagerecht van burgers in over henzelf  aangelegde dossiers is een groot belang. Zo is er een grote verscheidenheid aan belangen dat de wetgeving over persoonsgegevens bedoeld te beschermen.

De Wet en Algemene verordening bescherming persoonsgegevens (AVG) bevatten een algemeen systeem van regels voor uiteenlopende gevallen. Wie een blik in deze wet en regelgeving werpt, wat ik overigens niet aanbeveel, zal bemerken dat dit nog een jonge loot is aan de stam van de rechtsbescherming. De wet en verordening wil vele ongelijke situaties onder één noemer brengen. Dat dit nog niet gelukt is, blijkt uit het moeizame overleg over vernieuwing van de regeling van de financiële persoonlijke gegevens. Deze items verschillen zozeer in doel en gebruik van de andere onderwerpen dat het onder één noemer brengen altijd een onderwerp tekort doet. Het grote belang van de Belastingdienst om juist geïnformeerd te worden en van Justitie in een drugsoorlog met de Onderwereld en in haar strijd tegen het witwassen maakt een aparte, van de andere categorieën losstaande regeling met betrekking tot de financiële persoonsgegevens noodzakelijk.

Privacy in financiële aangelegenheden is ingewikkeld. De belastingheffing vergt, om eerlijk uitgevoerd te kunnen worden, openheid van de burger over diens financiële gegevens. Deze openheid  spreekt niet voor iedereen vanzelf. In het geldverkeer wordt slecht geld aan het oog van politie en justitie onttrokken. Als dit op een zo grote schaal plaats vindt dat het een bedreiging van onze samenleving vormt, kunnen maatregelen hiertegen niet uitblijven. Privacy in financiële aangelegenheden heeft zozeer eigen uitgangspunten en overwegingen dat het zinloos is dit in één regeling met andere vormen van bescherming van persoonsgegevens te willen regelen. Dat is dan ook niet gelukt. De huidige discussies over vernieuwing van deze wetgeving zitten in het slop.

In de financiële wereld moet de wens van de burger naar een ruime privacy afgewogen worden tegen de belangen van de fiscus en die van justitie. Dat is een ander aspect dan de bescherming van persoonsgegevens in het algemeen. De ontwikkelingen in onze samenleving verlangen hier doorlopende aanpassingen. De  Onderwereld en narcotica zijn een serieuze bedreiging voor onze Rechtstaat.

De witte was in Nederland.

De aantrekkingskracht van Nederland op de financiers en uitvoerders van de drugshandel is groot. Nederland spoort weliswaar verboden goederen op en brengt de vervoerders ervan voor de rechter in overeenstemming met haar verdragsverplichtingen. Maar deze inspanningen hebben maar weinig invloed op de geschatte hoeveelheid in Nederland geïmporteerde, doorgevoerde  en geproduceerde narcotica. Met name het containervervoer speelt hierin een grote rol. De straatprijs van drugs en de fluctuaties daarin geven een indicatie over het marktverloop. De inbeslagname van een hele container met cocaïne in de haven van Rotterdam bleek geen invloed op de straatprijs te hebben.

Denkbaar  is een verveelvoudiging van onze opsporingsinspanningen door een grote investering in mensen en middelen. Dit zou een actie moeten zijn met een lange spanningsboog. Een korte heftige inspanning kan tijdelijk de narcoticahandel schaden, maar tegen de tijd dat de volgende oogst weer aan de man moet worden gebracht, kan men weer opnieuw beginnen. Wil men iets zinnigs doen aan het vooruitzicht van steeds groter en talrijker wordende zwarte gaten in onze samenleving, dan zal de strijd zich moeten richten tegen de verdiensten van deze handel.

De bankwereld hiervoor op orde brengen ligt moeilijk: de hybride situatie waarin de leiding van onze banken verkeert, brengt mee dat hier een structurele ingreep moet plaats vinden. De Bankencrises van 2008 heeft de kwetsbaarheid van het mondiale geldsysteem aan het licht gebracht. De door de Staat afgegeven garanties tot € 100.000 per cliënt zijn een tikkende bom onder de Staatsbegroting.

De betreffende wetgeving omvat de Wet tot voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT) en de Sanctiewet 1977. De WWFT omvat onder meer de meldingsplicht van ongebruikelijke transacties voor een grote groep professionals, betrokken bij de behandeling van geldstromen. Daar waar van witwassen blijkt, is het verboden de gevraagde transactie uit te voeren. De ongebruikelijke transacties worden zeer gedetailleerd en vanuit een breed gezichtspunt opgesomd. De meldingen moeten worden gedaan aan de Financial Intelligence Unit (FIU). Deze doet nader onderzoek en kan als daar voldoende grond voor is, het dossier in handen stellen van bevoegde opsporingsautoriteiten. Krachtens artikel 22a, lid 1, onder b kan de FIU de gegevens aan de Belastingdienst of van de Fiscale Opsporings Dienst (FIOD) sturen.

De WWFT gaat in hoofdzaak om het verkrijgen en verzamelen van financiële informatie met betrekking tot witwassen. Wat er vervolgens mee gebeurt en met name hoe dit kan leiden tot het onttrekken van illegale geldbedragen aan de onderwereld wordt overgelaten aan het strafrecht en fiscale regelgeving. Hier ligt een achilleshiel van het beleid. Het streven moet er op worden gericht alle gelden die binnen de werking van de WWFT vallen terstond te blokkeren. Dit vereist van onze banken en financiële beroepsbeoefenaren veel. Met name het vaststellen van achtergronden en herkomst van anonieme geldsbedragen vergt veel tijd en inspanning. Het blokkeert een voortvarend afdoen van betalingsopdrachten. Het zet weliswaar ons betalingssysteem op achterstand, maar dat is dan ook precies de bedoeling. Onze belastingdienst, opgefrist en uitgebreid, is dan de dienst die zich over het lot van deze geblokkeerde gelden moet ontfermen met een voortvarendheid, die al eerder te onpas is vertoond.

Banken.

Er zijn drie grote Nederlandse systeem banken: ING, RABO en ABN/AMRO. Van de laatst genoemde bank is de Staat medeaandeelhouder. De Volksbank, een samengaan van de SNS, ASN, Regiobank en BLG Wonen is sedert 2013 een staatsbank als nasleep van de ondergang van SNS Reaal. De toekomst hiervan lijkt nog onzeker.

Op deze banken rust de wettelijke plicht strijd te leveren tegen het witwassen van uit misdrijf verkregen gelden. Zij moeten daar zelf ook vrij van blijven. Een dure plicht is dit wel: veel onderzoek en toezicht op transacties vergt een belangrijke investering in personeel en digitale deskundigheid. Hierop zijn in het recente verleden door de drie banken té grote bezuinigingen toegepast, waardoor het verschijnsel “witwassen” binnen de voegen van het bankwezen trad.

Een hybride situatie bij deze banken: enerzijds een financiële structuur gericht op het maximaliseren van winst, anderzijds een wettelijke plicht kritisch te zijn op al het geld dat passeert. Een leiding die door een bonussysteem tot het opvoeren van omzet wordt gestimuleerd, maar zelf deze omzet moet uitkammen op financieel misbruik. De compliance officers, speciaal aangesteld om dit verschil te kunnen maken, redden het niet.

In West Friesland bestaat de uitdrukking: “Die appels rijdt, die appels eet.” Hoe zit dat bij bankdirecteuren die richting moeten geven aan onze geldstromen? Er is een bankdirecteur geweest, die zich bij zijn vertrek zo’n groot bedrag liet uitbetalen dat slechts één procent ervan al overbetaald zou zijn geweest.                                                                                                                                            Na de grote geldcrises van 2008 was er een bankdirecteur, die nadat zijn bank door de overheid en de belastingbetaler was gered, vond dat hij wel weer een miljoen euro bonus had verdiend;      Er was een oud-minister van Financiën die bij een bank in dienst is getreden en de buitenwacht deze bank als solvent aanbeval – deze bank ging kort daarop failliet en deze ex-minister werd directeur van een nog grotere bank.                                                                                                                                                                                                                                                                                              Er was een coöperatieve bank, die in de genoemde crises het als “save heaven”  voortreffelijk deed, maar nadien zich reorganiseerde en frauduleus manipuleerde bij de vaststelling van de Libor rente;  LIBOR staat voor een vaste afgesproken rente waartegen banken, ingeschreven op de Londense geldmarkt elkaar leningen verstrekken.                                                                                        Alle drie de grote banken zijn vervolgd voor onvoldoende inspanningen in de strijd tegen het witwassen.                                                                 

De ouderwetse uitdrukking  “Zo betrouwbaar als de bank”  zal nieuw leven moeten worden ingeblazen. De combinatie van sturing geven aan geldstromen en maximalisering van winst en eigen inkomen is onlogisch en ongewenst. Hoe dichter bij het vuur des te meer schermen moeten worden opgezet. Bonussystemen stimuleren een ongewenste beleidsrichting. Honorering van diensten moet tevoren worden vastgesteld. Niet valt in te zien dat deze beloning boven dat van onze minister-president zou moeten uitkomen. Onze huidige premier is ook voor bankdirecteuren voorlopig de maatstaf voor beloning en onkreukbaarheid. Het door deze groep gehanteerde argument dat hun beloning met die in het buitenland gelijk op zou moeten opgaan, is na de crises van 2008 vervallen.

Met het huidige systeem van bankieren zullen wij de drugsoorlog niet winnen.

De Nederlandse Bank (DNB).

DNB is toezichthouder op het bankwezen en op het geldwezen in Nederland in het algemeen. De taak is het balanceren en doseren in onafhankelijkheid, zelfs onafhankelijk van de overheid. De Europese Centrale Bank (ECB) bestiert ook in  volle onafhankelijkheid. Zij sturen de EU- landen over de grote stromen van de wereldeconomie, de woelige baren van de inflatie en zij past op de waarde van ons geld, van het goede geld en van het slechte geld. Maar deze onafhankelijkheid betekent niet automatisch dat het slechte geld net zo ondersteund zou moeten worden als het goede geld.

Een digitale euro. Dat is misschien iets nieuws. Uit een publicatie van DNB:

De Europese centrale banken onderzoeken samen de mogelijkheid om naast contant geld een digitale euro uit te geven. De digitale euro is een elektronische vorm van publiek geld, de munten en biljetten in onze portemonnee. Dit noemen we digitaal centralebankgeld, of central bank digital currency (CBDC).
Een digitale euro kan ervoor zorgen dat iedereen in het eurogebied toegang
houdt tot een simpel, breed geaccepteerd, veilig en betrouwbaar publiek betaalmiddel. Als aanvulling op de bestaande mogelijkheden van betalen.

Onder het kopje Privacy lezen we:

De mogelijke invoering van de digitale euro is zeker niet bedoeld om controle op betalingen te krijgen. De centrale banken hebben hier geen belang bij. De anonimiteit van betalen met contant geld zou ook voor de digitale euro kunnen gelden. Tegelijkertijd moeten we voorkomen dat er nieuwe mogelijkheden ontstaan voor witwassen, of andere illegale transacties. Dat is een wettelijke eis.

Een buiging van DNB voor allen die er belang bij hebben om anoniem te blijven. De DNB kiest voor de lijn dat de samenstelling van ons geldsysteem voor goed én kwaad passend moet zijn.

Het saneren van het slechte geld is een groot maatschappelijk belang. DNB beschikt over de middelen om dit te realiseren. Dat kan bij voorbeeld door de oude eurobankbiljetten met grote getallen door nieuwe  te vervangen. Het uit de roulatie nemen van € 200-biljetten helpt een beetje, maar ongeldig verklaren en met niet-anonieme inwissel- faciliteit helpt wezenlijk. Invoering van een digitale euro kan hieraan een bijdrage leveren. Alleen al een goed voornemen kan ons uit het witwas klassement halen.   

In de oorlog  tegen de onderwereld beschikken de ECB en DNB over troefkaarten. Bescherming van de privacy van de klant is bescherming van zwarte gaten. Wanneer wordt die strijd echt aangegaan?

DNB  is de Tuinman die onze zwarte gaten kan dempen.

Een Droom.

 Ik droom:

 –  het Ministerie van Financiën in Den Haag zakt langzaam steeds dieper in de modder, er danst een staatssecretaris omheen;                  

–  alle leden van de Tweede Kamer staan om één interruptie microfoon geschaard, die van hogerhand is uitgezet;                                                

 –  de Shell heeft bevolen dat alle schadeprocedures in Noordoost Groningen meteen worden stop gezet en de gaswinning uit het Groningen veld weer op gang wordt gebracht, omdat dat beter is voor hun aandeelhouders in Engeland;                                                         

   – de Minister president heeft een nachtmerrie: hij danst met internationale feeën, die hem omringen en die hem naar een zwart gat sleuren, hij stribbelt tegen, maar net als de laatste fee hem in het gat duwt., wordt hij wakker, badend in het zweet. Hij grijpt de telefoon.

De voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak zendt een mail aan de bestuursvoorzitters van alle elf arrondissementsbesturen. Hij is zo even gebeld door de minister-president met de vraag, of de rechterlijke macht in staat is om binnen één jaar alle 13.000 schadeverzoeken in Noordoost Groningen, die zich inmiddels hebben opgehoopt, af te handelen. Een zaak voor de regering van de hoogste urgentie. De voorzitter heeft afgesproken binnen één week met een antwoord op deze vraag terug te bellen. Nu nodigt hij alle presidenten uit de volgende dag in Utrecht bijeen te komen om dit verzoek te bespreken.
Aldus bijeengekomen zijn de aanwezigen het snel over één ding eens: als enige organisatie van professionele rechtspraak in Nederland beschikken zij over de expertise en ervaring voor deze mega klus. Als zij het niet zouden kunnen, kon niemand het. Naar algemeen inzicht zouden voor deze klus gedurende een jaar 40 rechters met ervaring in bouwzaken moeten worden vrijgemaakt. Dit zou natuurlijk de rem zetten op de reguliere afhandeling van bouwzaken, maar voor een periode van een jaar was dit te overbruggen. Dat aan Noordoost Groningen de absolute prioriteit toekwam, was buiten kijf.
De president van het arrondissement Noord-Nederland had al meteen een goede suggestie: het grootste probleem zou nog niet eens zijn het creeëren van de benodigde zittingsruimte, maar om iedere zaak tijdig te voorzien van een expertise rapport. Daar was in het grootste deel van de zaken in al die jaren nog steeds weinig aan gebeurd. Maar er was nog een groep oud-rechters in Noordoost Groningen, die zich bezig hadden gehouden met het afwikkelen van deze schade zaken.  Die hadden tot tevredenheid van alle betrokkenen vele honderden zaken tot een goed einde gebracht en zij kenden het werkveld waaruit objectieve deskundigheid kon worden geput. Hun moest gevraagd worden een corps van betrouwbare en vooral van de NAM onafhankelijke deskundigen op te bouwen.
Het op termijn opruimen van ontstane achterstanden was niet iets waar het gezelschap van presidenten wakker van lag. Dat was al meer vertoond door het inzetten van speciaal hiervoor vrijgemaakte rechters of vliegende brigades. Maar dit ging de capaciteit van één arrondissement duidelijk te boven. Dit werd een gemeenschappelijke klus. Het rollenspel betreft de gemeenschappelijke inzet van de tien presidenten en de voorzitter van genoemde Raad bij het verdelen van de lasten en inspanningen.
Ik zag, hoe de presidenten aanvaardden dat deze voorzitter leiding gaf aan de beraadslaging, dat zij al snel met elkaar besloten de groep van 40 te splitsen. Tien zeer ervaren rechters werden in het bijzonder belast met het prepareren van alle dossiers. In sommige bleek het enige aanwezige gegeven een gekriebeld telefoonnummer te zijn. Dat heet in vaktaal: het instrueren van de dossiers. Een goede instructie scheelt meer dan de helft van het zittingswerk.
In de rechtbank Noord-Nederland werd een speciale logistieke dienst gevormd, voor het beheren van de dossiers, voor het huisvesten van de dienstdoende rechters, het creëren van zittingsruimten, het organiseren van de zittingen. De instructiegroep ging onder aanvoering van de in Groningen al eerder actieve oud-rechters werken aan de dossiers en de onpartijdige expertises. De grote groep beschikbare rechters werd verder in drieën gesplitst voor een roulatiesysteem van 1 week dienst en 2 weken thuis voor het uitwerken van de zittingen. Elke week zittingen op vier dagen achter elkaar van dinsdag tot en met vrijdag, en elke 6 weken een overleg op maandag voor alle betrokken rechters in Utrecht.
En zo komt het op gang. Vooral de instructiegroep ruimt verreweg de meeste zaken op door een simpele interventie, het terstond toekennen van klip en klare verzoeken. Na drie maanden gaat de grote zittingsmolen draaien en die blijft draaien. Na de elfde maand zijn alle dossiers, voor zover niet terstond afgedaan, voorzien van een deskundig oordeel en is van de zittingsvoorraad de bodem in zicht. Een deel van de rechters keert terug naar hun vaste rechtbank; een aantal houdt de zaken bij. Er is veel ervaring en routine verzameld; zittingen zijn een duidelijk aflopende zaak. De rechtbank Noord-Nederland bouwt haar afdeling om in een vaste unit, die de vraag naar schadevaststellingen verder kan bijhouden.


Ik zie dat de hele operatie goed is verlopen. De voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak heeft een diep respect voor zijn eigen rechterlijke macht; de rechters hebben gezien dat hun voorzitter een grote operatie kan organiseren en leiden.                                                                                                                                                                                                                                                         
Ik wordt wakker en leun tevreden achterover: ik wist wel dat ze het konden. Alle reorganisaties en versterkingen van de rechtspraak in de laatste 50 jaar hebben toch hun vruchten afgeworpen.  Nu nog iemand die  ze raapt.

In het brein van de rechter.

Wat er zoal in het hoofd van een rechter omgaat als hij een zaak behandelt en beslist, is een black box. Geen zwart gat dat alles opslokt, maar een zwarte doos waar je niet in kunt kijken en waar onverwachte verrassingen uit kunnen komen. Een doos van Pandora, die nare verrassingen kan bevatten. Sommigen proberen er naar te gissen en interpreteren het gedrag ter zitting van de rechter op soms onnavolgbare wijze. Hier een handreiking voor wie het denkproces van een rechter enigszins zou willen volgen.

Een juridische redengeving voor een beslissing kan in beginsel in twee vormen worden gegeven: door een syllogisme of een belangeninventarisatie en -vergelijking. De belangenafweging, zoals in echtscheidingszaken en kort gedingen, spreekt voor zichzelf.

Het syllogisme is een methode uit de logica waarbij de minor, het concrete geval, op de major, de regel, wordt betrokken. Dit houdt in dat zowel de inhoud van de major als die van de minor moet worden vastgesteld. De major vaststellen is het interpreteren van een ingeroepen regel; het vaststellen van de minor een gericht onderzoek en interpretatie van een feitelijke situatie.

Het syllogisme is onwrikbaar; wanneer de major en minor zijn vastgelegd is er maar één conclusie mogelijk. Óf de minor, het geval, valt onder de regel, de major. In dat geval moet de regel worden toegepast. Of de minor valt er niet onder, maar dan is de regel op dit geval niet toepasselijk. Maar een situatie die zich in een procedure voordoet, is niet altijd eenduidig. Het spreekt niet vanzelf welke regel moet worden toegepast. En de minor moet soms worden losgemaakt uit het van twee kanten verschillend gepresenteerde verhalen. Het is alsof de rechter op zoek is naar het syllogisme dat het beste past bij de te beslissen situatie. En dat is ook wat er in werkelijkheid gebeurt. Kiest de rechter voor toepassing van een bepaald syllogisme dan ligt de inhoud van de motivering en de beslissing in beginsel vast.

De rechterlijke werkzaamheid lijkt op die van een brandkastenkraker: met een hele grote bos sleutels van allerhande vorm probeert de rechter een brandkastdeur te openen. Met iedere sleutel die niet past krijgt hij meer informatie over de sleutel die uiteindelijk wel de kast moet open krijgen. Voor deze rechter zijn de in aanmerking komende syllogismen de sleutels; het proces van rechtsvinding is het uitproberen van sleutels in het slot tot men is uitgekomen bij de sleutel die het meest in aanmerking komt om het slot te openen.

Dit proces vindt ná de behandeling ter zitting plaats. Gedragingen en gezichtsuitdrukkingen van de rechter ter zitting lopen niet vooruit op het sleutelonderzoek.

 

 IV. CORONAJAREN 2020-2021.

Waar gaat dit verslag over?   De jaren 2020 en 2021 zijn bijzonder vanwege de wereld wijde zorg om de Corona pandemie. Maar ook door verwarring in Amerika over een President die zegt de verkiezingen te hebben gewonnen, over twee wereldmachten die de confrontatie zoeken en over een Brexit, die ontaardt in een medische horden loop.

Het Coronaverloop eerste fase.                                                                                                                                                                                                                                                                                                        Het Coronaverloop tweede fase.                                                                                                                                                                                                                                                                                                      De Kinderopvangtoeslagen affaire.                                                                                                                                                                                                                                                                                              Wat nu?                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  De verkiezingsstrijd 2021.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                Hoe het verder ging.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      Een tussenstand.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  Het ontwrichte leven.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      De economie.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      De vaccinatie.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  De Inentingsplicht.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              De digitale wereld.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              De sport.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              Hoera, het land gaat weer open.                                                                                                                                                                                                                                                                                                    Verval en wederopstanding.  

 

Het Coronaverloop. Eerste fase.                                                                                                                                                                                                                        

Toen de Coronabesmetting ook Nederland had bereikt, heeft onze regering maatregelen getroffen. Deze maatregelen waren gebaseerd op de stand van de medische wetenschap, zoals door het RIVM toen beleefd.

Inzet werd het creëren van een immuniteitsfactor onder de bevolking, waardoor het virus zich niet verder zou kunnen ontwikkelen. Er werd gedacht dat een besmettingsgraad van 60% voldoende bescherming zou kunnen bieden. Van meet af aan ging men ervan uit dat de jongeren in onze samenleving in grote lijnen tegen het virus bestand waren. Daar vloeide de gedachte uit voort dat de scholen open zouden moeten blijven. Het beeld werd gebruikt van een zorgzame samenleving, die een veilige kring om de kwetsbare ouderen zou vormen.                             Het gebruik van gezichtsbedekking werd als niet effectief terzijde geschoven.

Al in een vroeg stadium leed deze aanpak schipbreuk. Vanuit het onderwijs was de druk tot sluiting van de scholen te groot. Betrokkenen, ouders en leerkrachten eisten een schoolsluiting. Hiermee was een pijler onder het voorgenomen beleid weggeslagen. Dat beleid kan wetenschappelijk juist zijn geweest, maar de politieke inschatting van de mogelijkheden was dat niet. Vanaf dat moment werd de inzet van de regering de besmetting zodanig te beteugelen, dat de medische zorg met name in de Intensive Care (IC) niet overspoeld zou raken. De dagelijkse statistieken van ziekenhuisopnames, van de IC-bezetting en van het aantal overledenen beheersten het verloop van de Coronaworsteling.                                                                              

Deze strijd is met succes gestreden. De regering onder aanvoering van een gezaghebbende minister-president heeft alle betrokken zorginstanties en burgers gemotiveerd tot een uiterste krachtsinspanning. De bevolking werd geïnspireerd tot het volgen van strenge voorschriften. De grote economische gevolgen van wat een maatschappelijke lock down was, werden tegemoet getreden met een ruimhartig en zeer kostbaar beleid van vergoedingen. Deze rekening werd met veel vertrouwen doorgeschoven naar de toekomst. Wat er redelijkerwijze gedaan kon worden, werd gedaan ondanks een onvoorbereide start.

Het Coronaverloop. Tweede fase.

Horeca, transport en diverse soorten bijeenkomsten, zoals sportwedstrijden en vergaderingen verliepen niet meer zoals tevoren gepland en door de Regering werden toegestaan. Er tekende zich nu verzet af tegen de zich weer aangescherpte maatregelen. De minister-president maakte met zijn periodieke aansporingen op een deel van de jeugd nog maar weinig indruk. De besmettingen wonnen weer terrein.

De mislukte start had wel negatieve gevolgen. Het heeft bij de jeugd de indruk gewekt dat het niet erg was om besmet te raken. Dat zij ook zelf een besmettingsbron voor meer kwetsbaren zouden kunnen zijn, was iets minder diep ingezonken. De gezichtskapjes waren door het RIVM zelf eerder al als weinig effectief ter zijde gelegd. Er was verwarring over de effectiviteit hiervan. De ons omringende landen schreven het gebruik van deze gezichtsbedekking juist voor. Ook vanuit de eigen veiligheidsregio’s werd er op aangedrongen. Het Outbreak Management Team (OMT) had hier aarzelingen, wat tot verwarring leidde.

Na de gewonnen slag om het terugdringen van het virus brak onvermijdelijk de fase aan, waarin stapje voor stapje de weg van een lock down naar een anderhalve meter samenleving moest worden ingeslagen. Dat bleek een onmogelijke opgave. Een tweede golf virusinfecties kwam over ons.

 

De eerste grote stap richting een normale samenleving was het vrijgeven van het vliegverkeer, op de mondkapjes na. Dit was ongelukkig vanuit een beoogde terugkeer naar een anderhalve metersamenleving. De grote investeringen in de luchtvaart, in de zeggenschap over de KLM en in de uitbreiding van luchthavens moesten grotendeels als verloren worden beschouwd. Deze snelle openstelling van het vliegverkeer zonder beperkingen in aantallen en een streng testbeleid, was een verkeerde opmaat voor wat nog komen moest.

Het team dat binnen de regering was gevormd voor het Coronabeleid liep in deze tweede fase ook butsen en builen op. De al eerdere vervanging van een lid van dit team, dat tijdens een bijeenkomst onwel was geworden, door een tijdelijk nieuw aangestelde minister niet uit een van de coalitiepartijen, bleek niet gelukkig. Weliswaar was deze voor de post ingewerkt, maar juist hij had in de voorafgaande jaren met een streng bezuinigingsbeleid gezorgd voor een kaalslag, waarvoor nu de tol moest worden betaald. Er was geen voorraad aangelegd van noodzakelijke materialen, de IC-capaciteit was naar een minimaal niveau “teruggeschaald”, er was kort gezegd niet op een pandemie gerekend.

Aan de Minister van Veiligheid en Justitie was de belangrijke taak van de rechtshandhaving in deze ingewikkelde situatie toevertrouwd. Bij een door hem gevierd huwelijksfeest waren de Coronaregels onvoldoende in acht genomen. Hiervan werd een foto openbaar gemaakt. De minister miste de kans om de eer aan zichzelf te houden en moest door een aantal vernederingen heen. Hij bleef het voorwerp van landelijke spot, wat niet zo handig is voor een Minister van Justitie. De Koning zelf droeg ook niet bij aan het gezag door kort na de afkondiging van een partiële lock down zich met zijn gezin naar Griekenland voor een vakantie te spoeden. Hij keerde omgaand terug.

De volksgezondheidsminister fungeerde in de publiciteit als tweede woordvoerder op Coronagebied. Tevens dong hij mee naar het lijstaanvoerderschap van het CDA voor de komende verkiezingen. Hij werd aangewezen, maar over de uitslag van deze procedure bleven twijfels. Ex-president Trump op zoek naar verkiezingsfraude zou zijn vingers hebben afgelikt. Als verantwoordelijk minister voor de volksgezondheid bleek wel van enige breedsprakigheid, maar niet van doortastend optreden. Daarbij kwam dat juist dit departement al jaren niet voldeed aan een  behoorlijke boekhouding en verantwoording. Hier was door de Rekenkamer al herhaalde malen op gewezen. Dit ministerie was niet toegerust voor de klus. De oppositie viel deze minister aan op zijn onmacht om voor voldoende testcapaciteit te zorgen. In de ons omringende landen was dat beter geregeld. Particuliere testinstanties boden daarop wel de mogelijkheid tegen betaling omgaand test en uitslag te verkrijgen. Een ontijdig aangekondigde Corona app, die niet tijdig van de grond kwam, deed ook afbreuk aan het gezag van deze minister. Bij de overhaaste aanschaf van mondkapjes verdwenen miljoenen euro’s in verkeerde zakken.

De minister van Financiën, die welbewust het lijsttrekkerschap van het CDA aan zich voorbij had laten gaan, bijgestaan door de collega’s van Sociale en Economische zaken oogstte succes met zijn beleid. Onder zijn leiding werden een drietal financiële wetten met economische noodverbanden door het parlement geloodst. De prijs was hoog, maar  niemand die zich daarover zorgen maakte. Naarmate de crisis langer duurde, ging de lock down bij velen harder knellen. De roep om meer financiële steun klonk steeds luider.

De periodieke televisie toespraken van premier en gezondheidsminister trokken veel bekijks, met een hoofdrol voor de doventolken. Het niet-nederlandstalige publiek kwam er wat bekaaider vanaf.

De politieke wateren werden troebeler naarmate de tijd verstreek en de verkiezingen naderde. De premier kon met zijn dominante rol in het crisisgebeuren op veel kiezerssteun rekenen. De coalitiepartijen waren er daarom op uit meer op de voorgrond te treden. Dat het kabinet geen meerderheidskabinet vormde, maakte de situatie niet eenvoudiger. De verkiezingen voor medio maart 2021, werden een bedreiging voor het Coronabeleid, nu bij het formuleren van de te nemen maatregelen ook de gevolgen voor het electoraat meegewogen werden. Een drietal ministers in het demissionaire kabinet bleken als lijsttrekkers in de verkiezingen te opereren. De minister van Volksgezondheid was inmiddels door het CDA als lijsttrekker ingeruild voor de Minister van Financiën, die aanvankelijk voor de eer had bedankt. De zorg om de pandemie en de aanloop naar de verkiezingen met de bijbehorende formatieperikelen bleken elkaar slecht te verdragen. Zo glorieus als de regering uit de eerste Corona-fase was gekomen, zo moeizaam werd het vervolg. Drie lijsttrekkers in één inmiddels demissionair kabinet met een loodzware opdracht.

Wat nu?

De vooruitzichten voor een afdoende Coronavaccinatie zijn niet ongunstig, maar wel op langere termijn. Een massale vaccinatie zal niet vóór het eind van de verkiezingen in 2021 lukken en wellicht ook nog niet vóór het aantreden van een nieuwe ministersploeg. “Aan het eind van de zomer” is nu voor beide een voorzichtige verwachting. Noch uitstel van de verkiezingen, noch een tijdelijk zakenkabinet voor de Coronazorg  lijken nog realiseerbaar. Toch moeten er nieuwe impulsen voor het Coronateam komen. De premier heeft zich met verve gekweten van zijn Coronaverplichtingen en gaat in de verkiezingen een electorale bonus tegemoet. Zijn collega’s van justitie en volksgezondheid hebben nog  maar weinig krediet. Zij fungeren als bliksemafleiders voor de premier. Het Coronateam is dringend aan versterking  toe.

Een dubbelrol voor de minister-president. Deze heeft zich op 30 oktober 2020 uitgelaten over zijn aanstaande positie in en na de verkiezingen: hij is beschikbaar als lijsttrekker/aanvoerder van de VVD. Hij ambieert een vierde kabinet onder zijn leiding. Het is rondweg onwenselijk dat twee centrale ministers in de Coronabestrijding tegelijkertijd optreden als lijsttrekker van hun partij in verkiezingstijd. Dat de lijsttrekker van de VVD zich van het verkiezingsdebat afzijdig houdt, zoals door  hem aangekondigd, is al even misplaatst. De minister-president misbruikt zijn dubbele pet voor electoraal gewin. Bovendien is hij in Nederland de op een na langst zittende naoorlogse premier. De langst zittende is premier Lubbers. Uit diens vorig jaar (2020) verschenen memoires valt op te maken dat na twaalf jaar minister-president te zijn geweest zijn goodwill uitgeput was geraakt. De politieke doorstroming is dan lang genoeg verstopt geweest. Het valt in de huidige campagne op dat alle lijsttrekkers zich juist tegen deze minister-president afzetten. Ook al behaalt de VVD een goed verkiezingsresultaat, een vierde kabinet dat zijn naam draagt zal premier Rutte wellicht niet door zijn collega’s worden gegund. In Nederland is de houdbaarheidsdatum voor premiers beperkt.

Nu de discussie over de te treffen Coronamaatregelen in de Tweede Kamer scherper wordt, is de marginale politieke positie van het Kabinet extra gevoelig. Verbreding lijkt wenselijk. De oppositie is in die zin verdeeld, dat twee partijen, PVV en FvD, hebben kenbaar gemaakt de huidige aanpak van het Kabinet af te wijzen. Twee andere, GL en PvdA, zijn kritisch, maar  meelevend. Een uitnodiging aan deze twee partijen om alsnog tot het demissionaire kabinet toe te treden om een breder draagvlak in de Coronacrises te creëren, lijkt een goed idee. Ook een buitenstaander in de politiek kan de organisatiekracht van het demissionaire kabinet versterken. De coalitieovereenkomst, waar negen maanden aan geformeerd is, is door de ingrijpende gebeurtenissen van 2020 en de financieel noodzakelijke ingrepen op belangrijke punten achterhaald. De politiek heeft haar eigen rituelen, het Covit-19 virus ook.   

Verkiezingsstrijd 2021.

De verkiezingsstrijd werd een vreemd allegaartje van tradities en Coronamaatregelen. Voor het eerst was er gelegenheid voor 70-plussers om  per post te stemmen, er werden drie stemdagen aangewezen in plaats van één, er waren  maar een beperkt aantal aangepaste stembureaus gecreëerd en het werd een ingewikkelde stemmen-tellerij. Het grootste stembiljet ooit. Zevenendertig partijen en vijftienhonderd kandidaten. Geen partijbijeenkomsten of vergaderingen, geen flyers om uit te delen, geen verkiezingssfeer.

Maar wel in februari een weekend met ijs, overigens van matige kwaliteit. Heel geoefend en ongeoefend Nederland wierp zich op de schaats. Een weekend vrij van Coronaregels, maar wel met een nieuw hoogtepunt voor ziekenhuizen en EHBO-posten. Het CDA kreeg het idee hun lijsttrekker als schaatskampioen te presenteren. Hij werd al in de eerste rit gediskwalificeerd door een foute wissel en dat nog wel onder toezicht van een Nederlandse schaatskampioen, die alles van foute wissels weet. Maar de echte parlementaire kampioen bevindt zich nog steeds in het CDA team: Omtzicht doet wat hij kan voor zijn partij..

Er was een belangrijke rol voor de stemwijzers. Deze hadden aan de hand van de partijprogramma’s een beeld van iedere partij samengesteld. Een kiezer kon door het beantwoorden van vragen een indicatie krijgen van de partijen die voor haar of hem in aanmerking  kwamen. Verbazingwekkend waren de meeste uitkomsten niet. Deze waren voor de meeste kiezers herkenbaar, een bevestiging van iets dat kennelijk toch al bij hen leefde. De mate waarin stemwijzers echte invloed op het stemgedrag uitoefenen, valt hier niet uit op te maken. Dit vergt gecompliceerder onderzoek ná de verkiezingen.

Er was een hoofdrol voor de media. Daar valt niet veel opvallends over te melden. Er werd wel een overweldigende vloed zendtijd aan de verkiezingen besteed, maar veel wijzer kan niemand daarvan geworden zijn. Het waren veelal de lijsttrekkers die van programma naar programma trokken. Daar werden zij onderworpen aan  interviews of tv-spelletjes zonder ruimte voor beschouwing of verdieping. Een minuut spreektijd was al ruim bemeten en daarbinnen werd ook nog geïnterrumpeerd. Bij de vraaggesprekken, enkele uitzonderingen daargelaten, werd het leeuwendeel van de beschikbare tijd door de interviewer en zijn helpers zelf gebruikt. De voor de geïnterviewde gereserveerde tijd ging ook nog op aan talloze interrupties. Het interview is een ongelijke strijd: de interviewer stelt zelf de spelregels op, telt alleen maar zijn eigen doelpunten en is zelf scheidsrechter. Mijn voorstel is bij interviews ook tijdmetingen te doen, zoals bij voetbal wedstrijden. Interviewers met meer dan 50% balbezit: een gele kaart.     

Er waren grensoverschrijdende situaties, die één lijsttrekker terecht heeft doen besluiten de uitzending te verlaten. Dat kijkers geïnteresseerd zouden kunnen zijn in wat de lijsttrekker zelf naar voren wil brengen, is tot de meeste presentatoren en spelletjes bedenkers niet doorgedrongen. 

De sociale media nemen in onze samenleving een overweldigende plaats in en lijken niet meer weg te denken. Maar het optreden van mevrouw Anonymus en mijnheer Anonymus ontsiert in toenemende mate dit nieuwe medium. Onze privacywetgeving beschermt de personen die vanuit het verborgene gebruik maken om anderen uit te schelden, te bekladden en te bedreigen. Dit kan en moet alsnog gecorrigeerd worden. Nu, eind november 2021, wordt in Australië een wetsontwerp ingediend dat de strekking heeft de beheerder van het medium te verplichten omgaand teksten waartegen bezwaar wordt gemaakt te doen verwijderen. Bij gebreke hiervan wordt de identiteit van de boosdoener aan het slachtoffer onthuld, zodat deze (gerechtelijke) maatregelen kan treffen. Ook onze rechtsorde heeft dringend behoefte aan een dergelijke wettelijke regeling om deze lacune in onze privacywetgeving op te vullen.

Het ging in de kranten en de televisieprogramma’s over visies of het ontbreken daarvan met betrekking tot de klimaatproblematiek, het toeslagenschandaal, arm & rijk, wit & gekleurd, man & vrouw, en “black life matters”. “Niet wegkijken” en “Doorpakken” waren op links en rechts de meest gebruikte stoplappen. Die woorden pasten precies in het gebruikelijke verkiezingsjargon: suggestief en vrijblijvend. Het politieke partijlandschap vertoont een steeds voortschrijdende verdeeldheid, analoog aan de religieuze versplintering van vroeger tijden. Er werd veel vooruit gekaart over wie het na de verkiezing met wie zou  kunnen doen. Daar viel niet veel zinnigs over te zeggen: de veelheid (té) kleine partijen en de vermoedelijke electorale steun voor de VVD-minister-president leverden te weinig varianten op.

In het publiek was niet veel meeleven met dit alles. Het Coronavirus regeerde nog met harde hand. Voor een goede opkomst werd gevreesd, hoewel het poststemmen een goede zet bleek te zijn. Velen voelden economisch en sociaal de vaste grond onder de voeten wegzinken. De lock down en avondklok bleven knellen. Vooruitzichten op beter waren er nog nauwelijks. Toekomst visies en lange termijn denken waren nog niet aan de orde. De verkiezingen kwamen te vroeg.

 

De uitslagen.

Er dongen 37 partijen mee, maar slechts 17 drongen tot de Tweede Kamer door: plus 3. Een evenaring van het vooroorlogse record voor het aantal partijen in de Tweede kamer.

Opkomst 2021:  82,6% , gelijk aan 2017. 

Het Linker Blok (PvdA, SP en GL) moest het ontgelden: resp. 9, 9 en 7 (samen 25). Alleen de Partij voor de dieren (6 zetels) won.    

Het “uitgesloten”  blok PVV , FvD en SP (het blok dat bij voorbaat door de fungerend minister-president van regeringsdeelname met de VVD werd uitgesloten; hij houdt kennelijk niet van alle kiezers evenveel) resp. 17, 8 en 9 met FvD als grootste winnaar. Enige maanden nadien viel het  FvD alweer uiteen: een afscheiding van drie zetels die onder eigen vlag verder gaan. 

De Religieuze hoek (CDA, CU en SGP): CDA verliezer naar 15 zetels, CU en SGP constant op 5 en 3 (samen 23) . Omtzigt, de klokkenluider van het parlement in de toeslagenaffaire verzamelde 340.000 voorkeurstemmen voor het CDA. Hij wordt te groot voor het CDA, het CDA is te klein voor hem.

Het Liberaal en Vrijzinnig-democratische  midden: VVD en D66 wonnen beide en eindigden als de nummers 1 en 2 met resp. 34 en 24 zetels (samen 58).

De Rest: 7 partijen van diverse pluimage samen 19 zetels, waaronder als nieuwkomers met ieder 3 zetels het jeugdige en Europees georiënteerde Volt, JA21 dat reeds beschikte over 7 zetels in de Eerste Kamer overgehouden aan de boedelscheiding van het Forum voor democratie.

Hoe het verder ging. 

Na de verkiezingsuitslag telde iedereen zijn knopen. Gelet op de verdeeldheid van de Kamer was een regering opnieuw met de VVD en onder leiding van premier Rutte haast onontkoombaar. Wanneer er voor een vacature van een leider maar één kandidaat in aanmerking lijkt te komen, doet zich een rituele dans voor. Ik heb dit zelf moge ervaren toen ik op het schild van de Rechtbank Amsterdam werd gehesen. Het vuur wordt de kandidaat na aan de schenen gelegd. Alle leden van de groep laten de nieuwe leider duidelijk voelen dat zij of hij alleen dankzij hun medewerking en instemming de troon kan bestijgen. Pas na het voltrekken van dit ritueel is de weg vrij voor installatie van de betrokken sollicitant. Het gaat hierbij niet om een betekenisloos toneelstukje, maar om een noodzakelijk onderdeel van de rituele overgave.

De foto van het jaar 2021.

Een allereerste verkenning om informatie te verzamelen voor een mogelijke kabinetsformatie was al na enige dagen in brandend zand geëindigd. De combinatie van een Coronabesmetting van een van de verkenners met een vergeetachtige minister-president deed deze poging in parlementaire chaos ten onder gaan. De druk op premier Rutte nam toe, zonder dat dit zijn steun onder de kiezers kennelijk schaadde. 

De informateur Tjeenk Willink, oud en wijs, gaf als snelste weg naar een nieuw kabinet de rituele dansen vrij baan. Een kabinet met VVD,  D’66 en CDA leek toch onontkoombaar. Deze laatste partij had alleen nog wat interne butsen en builen te verzorgen. Samen beschikken deze drie partijen over bijna de helft van de stemmen in de Tweede kamer. Een vierde partner lijkt belangrijk. D’66 hecht aan een versterking uit de iets meer linkse hoek: PvdA en Groen Links. Groen Links was hier bij voorbaat op achterstand, omdat het in 2017 uit de toenmalige kabinetsformatie was weggelopen. Dit was politiek gezien nog niet vereffend. De informateur heeft in zijn eindrapport op het fluitje geblazen: het vrije speelkwartier is voorbij, de echte lessen beginnen weer. Iedereen ging weer over tot de orde van de dag en aan het vierde kabinet Rutte wordt verder geknutseld.

Terug naar de pandemie. De wereld staat in brand. Na Brazilië is India nu zwaar getroffen. Het Corona virus raast rond. De zuurstof voorraden zijn uitgeput en dat betekent voor een coronapatiënt het einde. India is na China het volkrijkste land van de wereld met een miljard inwoners. Een dergelijke massale besmetting is een broedplaats voor het virus en diens varianten. Er is daar nog geen zicht op een relevant vaccinatie gehalte. De Angelsaksische wereld loopt voorop met ontwikkeling en productie van werkzame vaccins, maar heeft deze gereserveerd voor eigen gebruik. Europa, dat zich had ingedekt met het AstraZenica (AZ)-vaccin krijgt bij dat merk nul op het rekest. Inmiddels is er een proces tegen deze farmaceutische industrie aangespannen: Europa stelt dat AZ toezeggingen heeft gedaan tot levering van vele miljoenen vaccins en hiermee in gebreke blijft. AZ weert deze vordering af door aan te voeren dat zij beloofd heeft haar best te doen voor deze levering, maar geen garantie hiervoor heeft gegeven. Voor rechters een interessant geval, maar deze miljarden dans is een bizar gebeuren in bittere tijden.           

Nederland is intussen redelijk op stoom gekomen met het vaccineren, maar ook nu wreekt zich de ongecoördineerde aanpak. Bij het melden van het aantal van de gezette vaccinaties neemt men de geplande prikken als uitgangspunt, omdat er van de gezette prikken geen up-to-date overzicht te maken valt.                    

Er wordt van hogerhand geworsteld met de afbouw van de anti Coronamaatregelen. De besmettingsgraad blijft te hoog om maatregelen af te bouwen. Dit vindt vooral in de jongere groepen plaats. Dat verbaast niet, omdat het RIVM niet opgehouden is met het verkondigen dat het virus minder schadelijke invloed heeft op jongere leeftijd. Dat is de jeugd niet vergeten en leeft ernaar. De getroffen maatregelen zijn uitgewerkt. Ook het langzaam openen van publieke plaatsen is moeizaam. Er wordt geëxperimenteerd met publiek dat bij de ingang een testbewijs van Corona-vrij-zijn moet tonen, ook de miljoenen burgers die met het dubbele vaccinatiebewijs op zak lopen. Hoe in de war kun je zijn.

Een tussenstand.

Op de derde woensdag in mei: Verantwoordingsdag als tegenhanger van Prinsjesdag. De Algemene Rekenkamer geeft een overzicht over hoe de ministeries met hun begrotingen zijn omgegaan en of het belastinggeld op de juist wijze is uitgegeven. Door toeval verscheen tegelijkertijd het verslag van de Kiesraad over het verloop van de verkiezingen.

De Algemene Rekenkamer realiseert zich onder wat voor buitengewone omstandigheden de ministeries hebben moeten werken. Toch zijn de conclusies niet mals. De Algemene Rekenkamer oordeelt hard over de geldstromen. Twee hoofdkritiekpunten betreffen de ministeries van Volksgezondheid en van Defensie.

Bij VWS is van 5,1 miljard euro aan publiek geld vastgesteld dat dit onrechtmatig is uitgegeven. Het budgetrecht van de Tweede Kamer is geschonden. Bij Defensie kon van ruim 14 miljard euro de rechtmatige uitgave niet worden vastgesteld. In een begeleidend interview met de president van de Algemene Rekenkamer zei deze dat Volksgezondheid al twintig jaar geleden gewaarschuwd is dat dit departement niet sterk is in financieel beheer:  

“Tijdens de Coronacrisis zie je dan: Boem. Ze zijn getest en onderuit gegaan. In september, oktober 2020 had VWS al door dat de boel niet op orde was. Toen had al kunnen worden ingegrepen.”                                                                     

 De Rekenkamer oordeelt ook hard over de minister van financiën wegens onvoldoende toezicht. Hier wreekt zich wellicht voor deze minister een opeenhoping van taken: minister van financiën, Coronapandemie en lijsttrekkerschap bij de verkiezingen.

Uit alle verslagen komt als belangrijkste oorzaken van de algemene verwarring naar voren: miscommunicatie,  paniekreacties en het volledig afwezig zijn van enige voorbereiding. Er was niets aanwezig, er was niets georganiseerd en er was niets van te voren afgestemd. Alle dragende instellingen, zoals ziekenhuizen, GGD’s en verpleeghuizen waren tot op het bot afgeschaald. Dit heeft de start ernstig belemmerd en het inrichten van een organisatie tot een paniekklus gedegradeerd. Dat een departement, waar al twintig jaar lang van wordt geconstateerd dat de organisatie en financiering niet op orde is, tot centraal punt van de Coronastrijd wordt gebombardeerd, is  armoede.

De verkiezingen vergden veel improvisatie. In grote lijnen zijn volgens de Kiesraad deze toch redelijk verlopen. Dat was vooral te danken aan het grote aantal vrijwilligers die zich beschikbaar heeft gesteld. Het stemmen per post was geen succes en zal in deze vorm niet worden herhaald. Dat na het uitbrengen van de stemmen in verband met verwarring over het gebruik van bijgevoegde enveloppen ander telinstructies moesten worden afgesproken, was niet gelukkig. Het vergroten van het aantal mogelijke stemgemachtigden per kiezer zal ook worden teruggedraaid, mede omdat een van de partijen zijn leden opriep zoveel mogelijk volmachten te verzamelen.                                             

Er zal worden gestreefd naar kleinere stembiljetten.

De ontwrichte samenleving.

In maart 2020 kwam de pandemie over ons: de anderhalve meter samenleving, het sociale isolement, de maatschappelijke onzekerheid. Het onbekende virus raasde rond. Paniek. Van hogerhand werden strenge maatregelen getroffen. Ons leven werd ontregeld. Zwaar werden zij getroffen, die afhankelijk waren van een gemeenschappelijke woonvorm en verzorging, zoals in de verpleeghuizen. Enerzijds werd een streng isolement doorgevoerd, anderzijds was voor het verzorgende personeel geen beschermende kleding voorradig. Ieder contact, zelfs met partners en kinderen, werd streng verboden. Maar het personeel ging zonder nadere beschermende maatregelen vrij in en uit. De bewoners zaten in de val. Het virus raasde rond en het wachten was alleen nog op het moment dat het de bewoner bereikte. Een dood in eenzaamheid. Honderden zijn zo gestorven zonder afscheid van partner, kinderen en dierbaren. In de

 

krant verscheen af en toe een foto van een ladderwagen met kinderen erop, die voor het raam van hun grootouders verschenen, zodat deze een glimp van hen zouden kunnen opvangen. Van de beschermende kring  jongeren rond de oudere mens, zoals in de eerste Covid toespraak van de premier ons was voor gehouden, is niets terecht gekomen.

De ziekenhuizen raakten vol, de intensive care afdelingen naderden hun uiterste capaciteit. De zorg in alle vormen was overbelast. Tientallen Corona-sterfgevallen per dag. Het waren vooral de ouderen die bezweken. Het gezinsleven kreeg het hard te verduren. De opdracht ”thuis werken” werd massaal opgevolgd. Daar troffen de ouders hun kinderen, voor wie de scholen gesloten waren. Moeders en vaders waren ineens ook leerkracht. Alleen voor de kinderen waarvan de ouders een “noodzakelijk beroep” uitoefenden was nog opvang op school.                         

Voor studenten is het een heel zware tijd geworden met veel eenzaamheid. Thuis of op de eigen kamer digitale lessen op een leeftijd waarin juist het sociale leven belangrijk is. Dit viel stil. Geen bezoek aan huis, anderhalve meter houden, geen verenigingsleven zoals in sportclubs en zangkoren. Begroeten met de ellenboog of op zijn oosters met gevouwen handen voor de borst. Elke knuffel, zelfs binnen “de eigen bubbel”, kon een besmetting zijn.

Er werd geen gebrek geleden. Men leefde voort in overvloed. De supermarkten functioneerden als vanouds. Daar was veel waardering voor. Ondanks een run op het WC-papier in de eerste dagen van de lock down was aan niets gebrek. Alle andere winkels, die geen voedingsmiddelen verkochten, moesten sluiten. Het bestellen en thuisbezorgen nam een grote vlucht. De bezorgservices schoten als paddenstoelen uit de grond en werden vooral voor jongelui een bron van werk  Het commerciële verkeer richtte zich hierop. Dit is een facet waarvan de verwachting is dat het zich blijvend in onze samenleving heeft genesteld. 

De Kunst & Cultuursector heeft diep geleden onder de sluiting van musea, schouwburgen en concertzalen. Vele kunstenaars kwamen zonder optredens en lesgeven zonder werk te zitten. Een deel zocht emplooi in andere beroepen. De zorgsector had ten slotte veel vacatures. Veel aandacht werd er in de media besteed aan de Horeca, zoals cafe’s en restaurants, die verplicht moesten sluiten. Vele maanden dicht zijn is voor deze uitbaters een zware slag. Vooral ook voor de restaurants die de anderhalve meter-voorschriften keurig naleefden. De terrassen werden als eersten in mei 2021 dagelijks weer opengesteld, “vanaf  06.00 uur ‘s ochtends.”

De economie.

Het sluiten van de samenleving had grote sociale, maar ook economische gevolgen. Veel beroepen hadden er niet of nauwelijks last van. Anderen legden het loodje. De bouw, doe-het-zelf winkels en de digitale wereld draaiden door. De kledingmagazijnen met bestelservice en Bolkom hadden geen klagen, maar anderen van wie de nering vastliep, hadden grote problemen. Dankzij subsidies voor vaste lasten en uitstel van huur- en belastingbetaling bleven vele horeca uitbaters en anderen in leven, om na de Coronatijd alsnog te verzuipen in de opgelopen schulden.

Het thuis zijn bracht vele handen in beweging. Bij het afvalverwerkingsbedrijf was de wachttijd voor brengers tot meer dan een half uur opgelopen. Restaurants die op bezorgmaaltijden waren overgeschakeld, probeerden de verliezen zo te beperken. Toch bleef er bij de klanten veel geld op de plank liggen. Het in Coronatijd niet uitgegeven geld beliep in de jaren  2020 en 2021 ongeveer 42 miljard euro. Geen vakanties, niet uit eten of bioscoop. Het ligt te wachten tot het weer kan rollen. Maar ook de huur- en belastingschulden liggen klaar om dan weer geïnd te gaan worden.

Zo snel kan het gaan. Allerlei financiële opbouw maatregelen, welke de Staat voor de wederopbouw periode had voorbereid, verdwenen ijlings in de bureaulades. De economie sprong weer tot leven.

Samenvattend kan men zeggen dat Nederland een goed economisch crisis beleid heeft gevoerd met belangrijke steunpakketten, die veel commerciële activiteit in leven hield. Vanuit een rijk gevulde schatkist en veel krediet mogelijkheden is een verstandig steun beleid gevoerd, waarvoor velen dankbaar zijn. Toch zijn er ook velen met weinig financieel vlees op de botten van het toneel verdwenen. Voor alle betrokkenen een pijnlijk gebeuren. Maar de economie kwam razend snel opgang. De 42 miljard euro die lag te wachten om alsnog uitgegeven te worden, speelde hierbij een grote rol.

Vaccinatie.        

Pandemieën zijn een al vele eeuwen weerkerende bedreiging voor iedere samenleving. Het ontvluchten was vroeger de enige manier om eraan te ontkomen. De achterblijvers konden slechts proberen de besmette personen af te zonderen. Ook heden ten dage zit er niet veel anders op dan te proberen de zieken zo goed mogelijk te isoleren en te verplegen. Wel beschikken we al weer vele jaren over de mogelijkheid om personen door besmetting met een verzwakte bacterie of virus te infecteren om zo in het lichaam afweer op te bouwen. Het vaccineren. Men is er ten aanzien van een aantal bekende ziektes in geslaagd om op deze manier de verspreiding ervan een halt toe te roepen.

De pandemie, een wereldwijde besmetting van het Covid-19 virus, het Coronavirus, teistert de hele aarde. De verschijning ervan verraste de mensheid. Na de uitbraak in China in de miljoenenstad Woehan werd van Chinese hogerhand strenge maatregelen genomen. Over de uitbraak zijn verschillende lezingen in omloop. De besmetting zou van levende dieren op de markt van Woehan over gesprongen zijn op de mens. Het virus zou ontsnapt zijn uit een laboratorium, waar ermee geëxperimenteerd werd. De waarheid is niet vastgesteld. Wel is de indruk gewekt dat het de Chinese medische klokkenluiders niet goed is vergaan.

De strenge aanpak heeft naar omstandigheden goed gewerkt. China was snel met het introduceren van een vaccin. Dat alles geldt niet voor andere volkrijke landen. In Amerika zwaaide een president de scepter die met een grote schare volgers in een fantasiewereld leefde. In New York heeft de pandemie vreselijk huis gehouden. Brazilië stond onder leiding van een populistische president die geen aanstalten maakte handelend tegen het virus op te treden. In de grote Braziliaanse steden heeft het virus veel slachtoffers gemaakt. Aanvankelijk leek India met de een na grootste bevolking er goed door te komen, maar waarschijnlijk hebben grote rituele baden in de Ganges tot een virusexplosie geleid. Groot tekort aan zuurstof leidde tot afgrijselijke toestanden.

Er waren geen preventieve maatregelen genomen. Vaccins werden na de uitbraak koortsachtig ontwikkeld. Door hygiënische maatregelen, het isoleren van patiënten en burgers, en deskundige verpleging werden de gevolgen van de uitbraak zo goed mogelijk bestreden. In Nederland raakten de ziekenhuizen en intensive care afdelingen overvol. Velen moesten aan de beademing. Naast China behoorde ook Rusland tot de vroege groep van vaccinontwikkelaars en vond vaccinatie plaats. Massaal werd deze echter niet als gevolg van terughoudendheid bij de burgerij.

De pandemie is een wereldwijd probleem, maar van een wereld wijde zorg was niets te bespeuren. De in de westerse wereld ontwikkelde en geproduceerde vaccins waren voor de landen die het betalen konden.

Het RIVM administreert alle Covit 19-prikken, na toestemming van de betreffende persoon in een centraal registratiesysteem. Dit is het COVID-vaccinatie Informatie- en Monitoring Systeem (CIMS). Deze worden in beginsel met toestemming van de betrokkene onder diens Burger Service Nummer geregistreerd. Er wordt aan gewerkt dat iedere ingeënte burger hiervan een schriftelijk bewijs krijgt, bij voorbeeld een paspoort, waarmee zij of hij toegang tot bijeenkomsten krijgt en naar het buitenland kan reizen. Maar niet iedereen geeft toestemming voor registratie. Zo halverwege 2021 is nog onduidelijk hoe het voor deze groep geregeld moet worden. In de loop van juli 2021 was er voor alle gevaccineerde een Q-code beschikbaar om controleurs te overtuigen van het ingeënt zijn, zowel digitaal, als schriftelijk.

Inentingsplicht.

Het laten inenten is geen wettelijke plicht. Vooral onder de jeugd zijn er die te kennen geven zich niet te willen laten vaccineren. Wellicht zijn de grondslagen hiervoor al gelegd in het begin van de Coronastrijd, toen de onkwetsbaar geachte kinderen uitgezonden werden om de kwetsbare ouderen te beschermen.

Hoe zit het met een inentingsplicht? Kan de overheid deze zomaar invoeren? Uitgangspunt is het grondrecht van ieder burger op integriteit van het lichaam. Dit is een belangrijk waarborg in onze samenleving. Maar absoluut is dit niet. Ieder grondrecht vindt zijn beperking in de grondrechten van anderen. Als vaccinatieweigering de gezondheid van medeburgers in gevaar brengt, kan de regering maatregelen treffen.

Al in een ver verleden werden gemeenschappen door rondtrekkende ziektes bedreigd. Pest epidemieën, lepra en griep explosies gaven aanleiding tot dwangmaatregelen, zoals isolatie, uitbanning of evacuatie.

Iedere burger maakt deel van een gemeenschap uit en ontleent hieraan rechten en steun, maar draagt ook plichten. Dat kunnen zijn de verdediging van de gemeenschap tegen vijanden, strijd tegen hongerplagen of watersnood, isolatie van bacteriën of virussen. Deelname aan afweer- en hulp maatregelen kan door een plaatselijke overheid worden opgelegd.    

In onze Corona situatie kan dit betekenen, dat de regering in een dreigende crisessituatie dwangmaatregelen kan uitvaardigen. De opbouw van een bepaalde groepsimmuniteit door het inenten van burgers wordt noodzakelijk geacht om de uitbreiding van de Corona besmettingsgolf tot staan te brengen. Hoe groot moet het vaccinatie percentage van de bevolking zijn voor het behalen van groepsimmuniteit? Daar zijn nog geen betrouwbare percentages over bekend. In Duitsland is door de deskundigen dit op 85% gesteld. In Nederland werd dit in het begin op 70% gehoopt. Dit blijkt in ieder geval te laag. Begin oktober 2021 was 17% van de volwassenen nog niet gevaccineerd.

De regering heeft bij de introductie van het vaccin terstond bekend gemaakt dat in geen geval het inenten met dwang zou worden voorgeschreven. Daarmee heeft zij het uiterste wapen, dat haar in noodgeval ten dienste zou kunnen staan vrijwillig uit handen gegeven. Dit is gebeurde in een situatie waarin over de aard van de besmetting en de gevolgen van het vaccineren nog weinig bekend was. Een regering die zo lichtzinnig te werk gaat is niet als Overheid is herkennen.

De vraag naar het behalen van een groepsimmuniteit speelt ook bij de kinderopvang. Minder kinderen dan vroeger zijn nog ingeënt tegen een aantal kinderziekten. Zolang dat maar een enkeling betreft geeft dat weinig, maar de niet-ingeënte kinderen nemen zo in aantal toe dat de speelzalen hen niet meer durven aannemen en hun de toegang weigeren. Zoiets kan ook in de strijd tegen het Coronavirus gebeuren. Als te weinig mensen zich laten inenten komt er geen eind aan de Coronabesmettingen. Eind oktober 2021 liepen de ziekenhuizen en IC’s weer vol met voor 75% ongevaccineerde Coronapatiënten. Burgers die zich te flink of te godsdienstig voelen om zich te laten inenten doen dit ten koste van anderen. Het invoeren en opleggen van de QR-code of verder strekkende maatregelen kunnen dan gewettigd zijn. Wie in de samenleving mee wil dansen, moet in de maat blijven.

De sport.

De pandemie heeft het verenigingsleven lam gelegd. Muziekverenigingen, gezelligheidsverenigingen, sportclubs. Dit had een ontwrichtende werking. De sportbeoefening door jong, middelbaar en oud viel stil. De sportscholen waren op slot. Het werken en leren thuis leidde niet tot meer lichamelijk oefening. Het bezoeken van sportevenementen zat er ook al niet meer in. In het eerste Coronajaar was ook de verslaglegging op de media van sportwedstrijden nauwelijks aan de orde. Daar werd in het tweede jaar van opsluiting iets aangedaan met het uitzenden van wedstrijden “zonder publiek” met toevoeging van tribune geluiden. Zo kwamen een aantal competities weer tot leven. De grote sportevenementen die in het eerste Coronajaar waren afgelast, werden alsnog gehouden met virtuele aanwezigheid van het publiek. Alleen de wielerrondes konden het publiek feitelijk niet weren. Enerzijds leverde dit schamele publiekloze vertoningen op, anderzijds was iets beter dan niets. Hieronder een korte inventarisatie.

De tour de France. Tadej Pogacar uit Slovenië liet de concurrentie slechts acht dagen lang de hoop dat de hoofdprijs in deze ronde nog een open strijd was. Daarna was hij ongenaakbaar en winnaar van het definitieve gele shirt.

De Serviër Novak Djokovic wint zijn 20e grandslam titel en komt daarmee op gelijke hoogte met de Zwitser Federer en de Spanjaard Nadal. Met zijn drieën 60 titels. Met vier grandslams per jaar een absolute heerschappij over gemiddeld 15 jaar.

De voetbalstadions zijn weer geopend. Het uitgestelde Europees kampioenschap wordt in juni 2021 verspeeld. Nederland doet ook mee. Een wat opgeklopte oranjesfeer wordt maar geen oranjekoorts. De oranje juich-capes konden al weer snel in de kast. Het ontbrak het Nederlands elftal in vergelijking met anderen aan vechtlust en snelheid in de opbouw. De defensieve positie waren alweer ingenomen als de eerste oranje aanvallers zich in “de 16” van de tegenpartij melden. Een flets resultaat. Italië wordt de terechte kampioen na een finale tegen Engeland. Engeland was al zeer bevoorrecht geweest door alle zeven thuiswedstrijden voor eigen publiek af te mogen werken en met een gelukje de finale te hebben gehaald. Het struikelde in de strafschoppenreeks, maar Italië was de terechte winnaar die gedurende het hele toernooi het beste voetbal had gespeeld.

23 juli 2021 beginnen de Olympisch Spelen 2020 in Japan. 15.000 atleten uit 200 landen van overal. De duurste Spelen ooit. Door de organisatoren, het IOC, doorgezet tegen vele adviezen en een frisse tegenzin van het gastland in. Geen toeschouwers. In Japan was nog maar een gedeelte van de bevolking gevaccineerd. Grote rijke landen met een gevaccineerde bevolking, kleine en andere grote landen zonder enige vaccinatie bij gebrek aan middelen. De resultaten:                                   

 –   Nederland wint de Covid-19 ranglijst;                                                   

–   We zijn Japan dankbaar voor de ondanks alles verleende gastvrijheid. De laatste spelen van deze omvang en deze kosten;                                                    

–  Nederland haalde veel medailles (36): Sifan Hassan op de “verre” loopnummers en Harrie Lafreysen bij het baanwielrennen ieder tweemaal goud en een keer brons. Er waren acht atletiek medailles: het resultaat van intensieve training en selectie op Papendal. Atletiek is van oudsher de kern van de Olympische Spelen en de Marathon van de Griekse geschiedenis. Een zilveren prijs hiervoor hoort tot de kern van dit gebeuren. Wellicht gaan we daar naar toe terug.

De  Paralympics zijn indrukwekkend. Zoveel inspanning, zoveel zorg, zoveel kosten. De medaillespiegel geeft de medemenselijkheid en de welstand van vele landen weer. Ik vind het nog steeds confronterend om er naar te kijken.

Verval en wederopstanding.

Eind juni 2021 werden van hogerhand nagenoeg alle anticorona maatregelen ingetrokken. Alleen de mondkapjes plicht en de anderhalve meter afstand bleven gehandhaafd. De besmettingen explodeerden. Dit gebeurde voornamelijk onder de jeugd, die voor het overgrote deel (nog) niet gevaccineerd was. In enkele dagen steeg het Reproductiegetal (“R-getal”) tot bijna 3,0, de hoogste stand in de hele crisisperiode. Dit getal geeft aan hoe snel de verspreiding van het virus gaat door overdracht van de besmetting. Een grootte van dit getal van !,0 betekent dat voor iedere besmetting er één andere in de plaats komt: geen groei, geen krimp. Een getal daaronder geeft aan dat de besmetting terug loopt. Een R-getal boven de 1,0 betekent groei van de besmettingen. Een reproductie van 3,0 staat voor een besmetting van drie anderen, die ieder ook weer ieder drie mensen besmetten, enzovoorts. Een razend snelle verspreiding van het Coronavirus. Dit verspreiden was het gevolg van een feestdrang onder de jeugd, die nog voor 85% niet gevaccineerd was. Deze jeugd leeft, gelet op de nijpende woning schaarste onder jongeren, nog voor ongeveer 40% thuis.

Deze explosie van het virus was te voorzien, maar werd niet voorzien. Het OMT gaf  te kennen niet op dit gedrag van jongeren te hebben gerekend. Premier Rutte bood via de media officieel zijn excuses aan. Maar hoe lang kan men doorgaan met excuses maken? Nederland kleurde op de internationale kaart snel rood.

Het demissionaire kabinet is uitgeregeerd. De bezetting van de ministersposten die betrekking hebben op de bestrijding van de Corona-ramp is te zwak. Dat de minister-president hier niet in heeft ingegrepen valt hem te verwijten. Wellicht voelde hij zich thuis in een land met één oog. De minister van volksgezondheid vertolkt nog steeds de rol van scape goat voor de minister-president. Hij torst inmiddels een enorme last.

De  premier wacht nog steeds op het aanbreken van het Eerste Rutteloze Tijdperk (ERT). Het Binnenhof is op zomerreces. De minister-president wil door met de bestaande coalitie, Kaag wil af van de CU en in zee met PvdA en GL. In de wedstrijd Rutte – Kaag is nog niet gescoord. Het woord “nieuwe verkiezingen” is ook al gevallen, maar ten onrechte. De kiezers hebben gesproken en de politici moeten het daarmee doen. Nieuwe uitslagen bestellen zit daar niet bij. Als uitslag en Binnenhof niet bij elkaar passen, moet het Binnenhof zichzelf opnieuw uitvinden.

De eerste virus besmettingsgolf werd in de zomer 2020 onder controle gebracht. Dit leidde tot versoepeling van de gedragsvoorschriften, maar daarom ook tot het weer opleven van het virus: de tweede golf. Zolang er geen vaccinatie beschikbaar is, leidt iedere versoepeling van de strenge leefvoorschriften tot een opnieuw of verder oplaaien van de besmettingen. De tweede golf leek nog heftiger dan de eerste en leidde weer tot een echte lock down. De druk op de ziekenhuizen werd weer groot. In de ons omringende landen was het verloop van de pandemie in grote lijnen hetzelfde als in Nederland. Tot de zomer 2021 bleven deze landen ook op slot. Een onoplosbaar dilemma: goed nageleefde hygiëne voorschriften leiden tot afname van de besmettingen, maar het openen van de samenleving door afbouw van deze voorschriften brengt het virus onherroepelijk terug. Na de zomer 2020 stond Nederland voor dit dilemma en had zoals ieder ander hierop geen antwoord. Het opnieuw sluiten van de samenleving werd een moeizaam karwei. Van de vaccinatie moest de verlossing komen. Voor de machteloosheid in deze Coronaproblematiek was redelijkerwijze begrip, voor het getreuzel met de vaccinatie niet.

Het beetje bij beetje opheffen van strenge gedragsvoorschriften en het openen van de samenleving in kleine stapjes, leek voor de hand te liggen, maar bleek ongelukkig. Voor zo’n route ontbreekt een logisch spoorboekje. Over ieder stapje kan getwist worden en werd ook getwist. Maatschappelijke en politieke belangen lopen door elkaar. Het gebrek aan logica verzwakt de positie van het kabinet: niet uit te leggen valt, waarom sommige evenementen wel en andere niet mogen doorgaan. Een zekere willekeur leidt tot oppositie. In het vliegtuig was de te houden afstand tot de ander van ten minste anderhalve meter plotseling niet meer aan de orde.      

Half september 2021 was er nog geen spoor van een nieuw kabinet. Een breekijzer, informateur Johan Remkes, wordt ingezet. Het demissionaire kabinet heeft zich inmiddels versterkt met drie staatssecretarissen, waarvan de benoeming in strijd is met de wet. De juridische positie van dit kabinet is uiterst wankel geworden. Nu er geen koning of koningin is om op terug te vallen, ligt een grote verantwoordelijkheid voor het verdere traject bij de leiding van de Tweede kamer.

In het weekend van 18 en 19 september trekken de informateur met de drie fractieleiders van de grootste beoogde fracties naar de Zwaluwenberg. Daags tevoren heeft Kaag haar ontslag ingediend als minister van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van een  motie van afkeuring van de Tweede Kamer. Dit in verband met de evacuatieproblemen in Afghanistan. Politiek was dit ontslag niet nodig. De verwijten betreffen in hoofdzaak het gebrek aan voorbereiding en het te laat reageren op noodsignalen, en treffen haar voorgangers minstens zo hard. Zij heeft de kans de collegiale band met de premier door te snijden niet laten lopen. Het demissionaire kabinet is in verdere ontbinding na het vertrek van de minister van Verkeer en Waterstaat naar een lobbybaan en die van Defensie meegesleurd in het ontslag van Kaag. Onze premier heeft in de Zwaluwenberg niet veel troefkaarten meer om uit te spelen anders dan: “er is geen alternatief dan doorgaan met wat er is”.

Er wordt ondertussen nog geknutseld aan een minderheidskabinet. Op 22 en 23 september wordt de parlementaire behandeling van de demissionaire begroting voor 2022 gehouden. Premier Rutte in het K-vak (kabinet-vak) van de Tweede kamer doet waar hij goed in is: debatteren. Het wordt aan het einde van die twee dagen na wat royalere toezeggingen zelfs toch nog een klein feestje tussen kamer en premier. In het K-vak is een oorwurmenplaag uitgebroken. De staatssecretaris voor economie en milieu is het Coronagehannes kennelijk beu en wordt na publiekelijke kritiek uit de regering gezet. De Pandora Papers: miljoenen stukken over het gebruik van de Britse Maagden Eilanden als belasting paradijs door bekende en minder bekende staatslieden, financiers en sjoemelaars. Belastingen willen ontgaan is niet strafbaar, maar wel attractief voor degene die toch al met voldoende rijkdom is toegerust. Onze demissionaire minister van financiën blijkt ook aan dit onfrisse gezelschap te hebben deelgenomen. Voor ons land is het een zegen dat onze premier zelf verre blijft van Britse Maagden Eilanden of andere fiscale paradijzen. Er kleeft geen enkele financiële smet aan hem.

De minister van sociale zaken uit D’66 legt zijn ministerschap definitief neer om mee te helpen knutselen aan een nieuw kabinet. Het demissionaire kabinet Rutte 3 sterft zo een natuurlijke dood. Hoog tijd voor Rutte 4. De kans op een buitenparlementair kabinet is weer verkeken. Een buitenparlementair kabinet is een regering, waarbij de tweede kamer leden van de regeringspartijen niet meer als stemvee worden gebruikt, maar om(t)zichtig hun eigen stem kunnen bepalen. De ministers hebben dan geen binding met een specifieke partij: de oplossing voor onze vast gelopen democratie op het Binnenhof. Daar haalt men opgelucht adem. Ze kunnen toch op de oude voet voort. De deur tussen politiek en maatschappij zit weer voor een poosje dicht.

Miljarden mensen op aarde vallen buiten enige inentingsmogelijkheid. Het is ongelijk verdeeld. Daar woedt het virus verder en scheidt met regelmaat nieuwe varianten af. Deze nieuwe soorten virussen worden aangeduid met de letters uit het oudgriekse alfabet, dit in de medische traditie van de geheimtaal. Een korte rondgang door mijn dorp leverde het beeld op dat het gros van de mensen geen idee hebben wat woorden als delta en omikron betekenen. Is er nu niemand in het Binnenhof geweest, om voor te stellen om gewoon het Nederlands alfabet te gebruiken in plaats van potjeslatijn? De afstand wordt alsmaar groter. Mijn voorstel: laten we een hek om het Binnenhof bouwen met een bordje waarop de spreekuren staan vermeld. Dan heeft het Binnenhof geen last meer van de burgers en de burgers niet van het Binnenhof.

Het Kabinet Rutte vier heeft het niet meer in het jaar 2021 gehaald. De bordes scene is nu vastgesteld voor 10 januari 2022. Het einde van 2021 kent opnieuw een lock down. Ditmaal preventief bedoeld in verband met de ontwikkeling van het o-virus in Zuid Afrika. Maar het is ook nooit goed. De ons omringende landen kenden geen reisbeperkingen. Dit leidde tot een massale stroom over onze grenzen met België en Duitsland. Antwerpen werd overstroomd met tjokvolle treinen uit Nederland vol winkelende Nederlanders. De Antwerpse autoriteiten bezwoeren de Nederlanders thuis te blijven, de plaatselijke middenstand moedigde deze komst juist aan. Zij maakte nog een deel goed van hun al eerder geleden verliezen. De Nederlandse Minister van volksgezondheid maakte de indruk deze ontwikkeling niet voorzien te hebben, getuige zijn krachteloze oproep thuis te blijven. De zoveelste te leren les: Een lock down heeft weinig zin als de omringende landen niet meedoen. Het afstemmen van dergelijke maatregelen moet gemeenschappelijk gebeuren. Het alleen optrekken, zoals tot heden gebeurd lijkt niet zo verstandig.

Nawoord.

In dit boek zijn maatschappij kritische opmerkingen geplaatst en het is hier en daar niet mals. Maar alléén kritiek hebben is té makkelijk. In de Coronajaren is zeer veel goeds gebeurd: in de zorg, in de farmacie, in het sociale leven. De  kritische noten betreffen in hoofdzaak onze politieke wereld: het Binnenhof. Dat is in toenemende mate vervreemd van de samenleving. Juist door het samengaan van pandemie en verkiezingen komen de zwakke plekken aan het licht.

Ik wil alle mogelijke twijfel over de vraag hoe ik tegenover onze eigen democratie sta, wegnemen. Ik zeg u dat onze democratie de minst slechte staatsvorm is, die men zich maar wensen kan. Alle andere staatsvormen, waarin een sterke man optreedt, leiden tot corruptie en een diep zwart gat: “Dan dooft het licht”.                                                                     

(Dichter Hendrik Mattheus van Randwijk uit “Een volk dat voor tirannen zwicht”.)